Iedereen wil ergens bijhoren bedacht ik me toen ik op de site van het Holocaust Memorial Museum te Washington (www.ushmm.org) het fotoalbum van Karl Hoecker, een kampbewaarder in Auschwitz doorbladerde. Honderzesenveertig foto’s van zich ontspannende, vrolijke heren en dames in de Solahute, het ontspanningsoord voor SS-ers die in het kamp werkten. Als je de uniformen en de verdoemde plek wegdenkt ziet het er heel onschuldig en gemoedelijk uit. Zelfs Joseph Mengele die op een paar foto’s te zien is, zou ik absoluut niet herkennen als beul. Hij heeft zelfs wel iets sympathieks.
Het zijn verbijsterende foto’s in de wetenschap dat het werk van deze mannen bestond uit het vergassen van mensen. En, alhoewel het lastig is op basis van deze foto’s te oordelen, lijkt het er sterk op dat ze hun werk ook echt als werk beschouwden. Je ziet een groep mannen die zich na een dag hard werken nog wat ontspant zoals mensen op de vrijdagmiddagborrel van hun werk.
Hoe is het mogelijk, vroeg ik mij af.
Het antwoord stond een dag later in de Volkskrant. In een interview met een jongen uit Sierra Leone die een boek heeft geschreven over zijn leven als kindsoldaat. Nadat zijn hele familie was uitgeroeid door de rebellen werd hij na een vlucht van enkele weken opgenomen door het leger. ‘Het leger werd mijn nieuwe familie’, zegt hij, ‘Ik wilde erbij horen. Geweld plegen was de enige manier om dat te doen.’
Ergens bij horen is na eten en drinken de belangrijkste levensbehoefte van mensen. Een middelbare scholier wil bij de stoere jongens horen; een soapactrice wil bij de bekende Nederlanders horen; Rijkman Groenink wil bij de topmannen van grote bedrijven horen; iemand die nergens bij wil horen wil bij het groepje mensen die nergens bij wil horen horen.
Niemand wil overblijven. Zelfs als je niet helemaal geaccepteerd wordt en er maar een beetje bijhangt is dat altijd nog beter dan nergens bijhoren.
Onontkoombaar is dat je je conformeert aan ‘jouw’ groep. Een anarchist draagt een Palestijnse sjaal en kraakt een leegstaand kantoor; Rijkman Groenink toucheert 6 miljoen euro per jaar; Hoecker vergastte gevangenen. En na een dag hard werken is het goed bier drinken.