3/16/2016

Remancipatie


Het is vandaag de dag van het consumentenrecht. En de dag tegen politiegeweld.
Er is bijna elke dag wel een dag van iets.
Zo is er de dag van het kind; de dag van de leraar, de dag van de longontsteking, wereld toiletdag, de dag van het naakt tuinieren, de dag van het bewust zijn van de oudervervreemding, de dag van de ligfiets.
En vorige week was het internationale vrouwendag. Speciaal voor die dag had het Centraal en Cultureel Planbureau onderzoek gedaan waaruit bleek dat vrouwen evenveel vrije tijd hebben als mannen, maar dat ze er minder van genieten, omdat ze altijd zoveel móeten van zichzelf. Een man is relaxeter; thuis, maar ook in zijn werk. Werk is voor mannen zelfs spelen, stond gisteren nog te lezen in de Volkskrant.
Dan vind ik het toch raar dat vrouwen gemiddeld 3,7 jaar langer leven dan mannen.
Je zou verwachten dat mensen die zich druk maken en nooit ontspannen zijn en zich tekort gedaan voelen, eerder doodgaan dan mensen die relaxed in het leven staan.
Wellicht is het verschil vooral optisch van aard. Uit ander onderzoek blijkt namelijk dat vrouwen gemiddeld 20.000 woorden per dag gebruiken, tegen mannen die er maar 7.000 nodig hebben.
Ik bedoel, als je zoveel meer woorden gebruikt ga je vanzelf problemen creeeren die er niet zijn; hoe krijg je anders die woorden op.
Er wordt ook steeds gewezen op het feit dat vrouwen in dezelfde baan, minder betaald worden dan mannen.
Dat mag zo zijn, maar waarom wordt er nooit onderzocht wie dat geld dat al die mannen verdienen weer uitgeven?
Misschien is dat wel de verklaring van die stress over al dat moeten: waar móet ik dat geld in godsnaam aan uitgeven?
Probleem bij al die dagen van iets is dat het zijn doel over het algemeen voorbij schiet. Om een voorbeeld te geven: de gayparade is bedoeld  ter vergroting van de acceptatie van homo’s.  Maar als je dan vervolgens in latex broekjes en veren op je kont, dansend op glazuursplijtende kutmuziek door de grachten gaat varen, doe je die zo felbegeerde acceptatie vanzelf weer teniet. Hoezo zijn we allemaal gelijk?
Toen ik de lijst met dagen van iets door ploeterde, kwam ik terecht bij 19 november: de dag van de man.
Het verbaasde mij eerlijk gezegd nogal. Want ik vind het niks voor mannen om zo’n dag te organiseren, daarbij overheersen wij klaarblijkelijk de wereld, dus waarom zouden wij aandacht vragen voor ons lot?
De tekst op de website luidde:
Mannendag 2016 nodigt uit tot dialoog tussen mannen en vrouwen om te evolueren naar de middenweg van gelijkwaardigheid.
Dialoog? Evolueren? Middenweg? Gelijkwaardigheid?
Dat zijn helemaal geen mannenwoorden.
Toen begon het me te dagen.
Mannendag is helemaal niet door mannen bedacht. Mannendag is door vrouwen verzonnen. Om ons te veranderen, om ons meer begrip te laten hebben voor het feit dat zij al zoveel móeten de hele dag.
En dat terwijl mannen al zo soft zijn geworden. Iedere moderne man kan al lang koken, past al op de kinderen, brengt zijn vrouw kopjes koffie op bed.
De man moet juist terug naar de bron.
Daarom pleit ik hierbij voor een nieuwe dag: de dag van de remancipatie. Gewoon een dag per jaar waarbij mannen met Jeeps door de duinen mogen raggen, levende kippen de hals mogen doorbijten, schuurtjes in de fik mogen steken en ongegeneerd in de huiskamer porno mogen kijken.
Een dag van ons. Omdat ons al zo ontzettend veel is afgenomen.
En omdat het hoog tijd wordt dat ons gedrag nou eindelijk eens geaccepteerd wordt.