8/03/2017

The Joshua Tree

Afgelopen weekend trad U2 op in het Johan Cruijff stadion om het album The Joshua Tree integraal te spelen. Ik was, zoals wel vaker, te laat met reserveren, dus besloot ik het album nog eens helemaal, met de koptelefoon op, te beluisteren.
Even los van de prachtige muziek, viel het me weer op hoe goed de teksten zijn. En hoe interessant de onderwerpen.
Het begint al met Where the streets have no name. De titel refereert aan Dublin waar je iemands religieuze achtergrond en inkomen kan aflezen aan de straat waarin hij woont. En als je het groter trekt: het land waarin je geboren wordt bepaalt je toekomst. Bono verlangt naar daar waar de straten geen naam hebben. Waar iedereen gelijke kansen heeft.
            Er staan veel politiek geladen teksten op; niet drammerig, zoals Bono later wordt, naar mooi, gedetailleerd. Ik zag een interview met Anthony Hopkins. Hij zegt: bij acteren moet je maar een stukje van een personage laten zien, nooit alles.
Zo is het met teksten ook: geef een detail, schets de sfeer, dan gaat de fantasie van de lezer zelf aan het werk. Daarom hou ik niet van volkszangers: het is zo dichtgesmeerd.
Bullet the blue sky schreef Bono naar aanleiding van een bezoek dat hij bracht aan Nicaragua en El Salvador. Hij zag wat Amerika daar had aangericht. Het nummer is zo actueel als maar kan: Plant a demon seed. You raise a flower of fire.
Het zou zo over Trump kunnen gaan.
Running to a standstill gaat over een heroineverslaafd meisje in Dublin. Ze woont in een van de zeven woontorens in een troosteloze wijk. I see seven towers, but I see only one way out. Mooi hoe Bono speelt met taal.  Goeie titel ook: het rennen naar stilstand als beeld voor het rusteloze zoeken naar een shot om niks meer te hoeven voelen.
Dan Red Hill Mining Town dat gaat over mijnwerkersstakingen in Engeland. Premier Thatcher wil de mijnen sluiten omdat ze niet rendabel meer zijn. De film Billy Elliot speelt tegen dezelfde achtergrond. De paradox: het werk in de mijnen is vreselijk, je hebt het zo vaak vervloekt en toch wil je het vast houden, want je hebt niets anders. I’m holding on, You’re all that’s left to hold on to.
Dertig jaar geleden luisterde ik minder naar de teksten. Ik werd meer aangetrokken door de muziek en door losse zinnen. I still haven’t found what I’ m looking for, was zo’n zin. Zoekende was ik, en het was fijn dat ik niet de enige was.
Alhoewel U2 na the Joshua Tree nog prachtige platen heeft gemaakt, werd het nooit meer zo goed als toen. Het succes keerde zich tegen Bono: hij ging geloven dat hij god was. Dat is vaak de tragiek van succesvolle mensen: ze gaan denken dat ze god zijn. Misschien is dat het probleem van god zelf ook wel.
The Joshua Tree is een oprechte, geengageerde, opstandige en intelligente plaat. Die zouden er meer gemaakt moeten worden. Er zou sowieso meer geengageerde kunst gemaakt mogen worden. De tijd schreeuwt erom.
Als er iets is waar kunst goed in is: uit iets lelijks, iets afschuwelijks, iets prachtigs maken.