1/06/2010

Versterplein

Het Versterplein in Vught is een doodgewoon plein met grijze stoeptegels, een klimrek en een rechthoekige rand van struiken en bomen die het scheiden van de straat.
Aan twee kanten staan huizen, aan de kopse kant staat mijn oude lagere school, daartegenover ligt het station.
Het was koud toen ik mijn auto parkeerde en uitstapte.
Mijn oude school zag er vervallen uit. Toen ik door de hoge ramen naar binnen keek zag ik tot mijn stomme verbazing dat er geen stoelen en tafels meer in stonden. Ik liep naar de hoofdingang en zag dat de school een verzameling ateliers geworden was.
Gelukkig zag het plein er nog precies zo uit als ik het mij herinnerde.
Ik was daar omdat Jeroen van den Eijnde, directeur van Nationaal monument kamp Vught, mij had gevraagd of ik er een lied over wilde schrijven voor een CD met bijdragen van verschillende (van origine) Brabantse zangers.
Het Versterplein is namelijk niet alleen het plein waar ik vroeger Star Trek speelde tijdens het speelkwartier, maar ook het plein van waar in juni 1944 honderden kinderen uit kamp Vught werden afgevoerd naar de vernietigingskampen.
In de archieven vond ik een foto van zo’n deportatie. Hij was genomen vanuit een dakraam van een van de omliggende huizen. Je ziet een aantal moeders en kinderen met tassen en koffers in een rij op het plein staan. Even verderop staat de bus waarmee ze uit het kamp naar het station zijn gebracht.
Een macabere foto.
Ineens realiseerde ik me dat ik maar negentien jaar na het einde van de oorlog geboren ben. Dat is eigenlijk helemaal niet lang. Ik bedoel, negentien jaar geleden woonde ik op de Overtoom in Amsterdam en zette ik met Comedytrain mijn eerste wankele schreden op het gammele podium van een of ander rokerig cafe. Ik herinner het mij als de dag van gisteren.
Ik liep naar het station en zag een vrouw op een bankje zitten. Ze stak een sigaret op en gooide het lege pakje op de grond. Ik moest er eigenlijk wat van zeggen, maar ik durfde het niet. Stom, want je moet hufterig gedrag in de kiem smoren. Anders staat ze binnen de kortste keren mensen in veewagons te duwen.
Ineens moest ik denken aan ons jaarlijkse schoolreisje, tegen het eind van het jaar. In juni? Ik zag mijzelf staan als jochie van tien: rugzakje om met een pakje Sinas, een Milkey Way, wat boterhammen. Even verderop de bus die ons naar de Efteling zou brengen en op het plein de moeders die ons uitzwaaiden.
1974, maar dertig jaar na die foto.