5/20/2009

Caravelle

Het begint weer te kriebelen: de ‘nieuwe’ T5 komt eraan. Dat wil zeggen de gefacelifte versie van het huidige model, met een nieuw front en met nieuwe zuinige en stille motoren.
T5 is de officiele naam voor een Volkswagenbusje. De T staat voor ‘Transporter’, de 5 geeft aan dat het gaat om de vijfde generatie van het beroemde, door Ben Pon op een bierviltje getekende, hippiebusje. Ik kocht er vijf jaar geleden een en ik zou niet meer in een ‘gewone’ auto willen rijden.
De hoge zit, het stoere uiterlijk, de enorme binnenruimte plus het idee dat je er, als het nodig is in zou kunnen slapen (ik heb altijd een deken achterin liggen) maken het rijden in een T5 tot iets bijzonders. Het is iedere keer alsof je met vakantie gaat. Of in ieder geval, je hebt het gevoel dat je zo zou kunnen doorrijden naar Zuid Frankrijk. Niet dat we dat ooit gedaan hebben, maar het is prettig dat het kan.
Mijn bus is overigens geen gewone Transporter maar de overtreffende trap daarvan: een Caravelle. Prachtige naam.
Het is bij mijn weten de enige Duitse auto die een Franse naam heeft. Ik heb geen idee waarom, maar wat doet het ertoe: het klinkt als een klok. Heel wat anders dan een Ford Transit of een Mercedes Vito of een Nissan Primastar. Het heeft iets elegants; iets Parijs’. Een Caravelle hoort thuis op de Champs Elysee; het hoort bij een rode loper voor de premiere van een Franse film; het hoort bij avondjurken en glimmende neuzen van schoenen.
Maar het blijft natuurlijk een bus met de bijbehorende minder subtiele rijeigenschappen. Zo is de vering niet zo heel soepel en hoor je de motor nogal, vooral bij hoge toerentallen. Als ik over een gat in de weg rijdt lijkt het alsof de achteras afbreekt en overigens is mijn bus ook niet vrij van kraakjes.
In het begin ergerde ik me daar nogal aan en probeerde ik obsessief uit te zoeken waar het geluid vandaan kwam. ‘Wat doe je nou?’, vroeg mijn vriendin als zij achter het stuur zat en ik met mijn hoofd onder het dashboard hing. ‘Kraakje’, zei ik.
Maar kraakjes zijn lastig: net als je denkt te weten waar het zit, lijkt het geluid ergens anders vandaan te komen.
Het gekke is dat ik er na vier jaar ineens geen last meer van had. Alsof een auto van die leeftijd kraakjes mag hebben.
Lang geleden had ik een tweedehands T4. Slechte koop. Hij was van een bouwbedrijf geweest en er stond 170.000 kilometer op de teller. ‘Hij heeft wat kilometerervaring’, zei de handelaar. Ik had toen al nattigheid moeten voelen. Op zich hoeft een hoge kilometstand trouwens niet uit te maken, maar dit exemplaar was van een bouwbedrijf geweest dat er met volle belading (er zat ook nog een enorm imperiaal op het dak) kennelijk op volle snelheid honderdzeventigduizend kilometers mee gereden had. Alles ging in het eerste half jaar stuk: de cilinderkop; de voorgloeiers; de waterpomp. De bijrijdersstoel kon na enige tijd niet meer voor of achteruit. De handelaar verleende geen garantie, behalve dat hij een loshangende afwerkingsstrip in het plafond vastschroefde. Pas een week later zag ik dat hij een te grote schroef had gebruikt waarvan de punt door het dak naar buiten stak.
Ik verkocht de auto na drie jaar voor een schijntje, maar liefde maakt blind en zeven jaar en twee ‘gewone’ auto’s later kocht ik dus een Caravelle.
Het is geen verstandige keuze: een Renault Espace is bijna even groot, rijdt beter en kost een stuk minder. Maar ja, het busgevoel is onbetaalbaar.
Vanaf september staat de nieuwe versie in de showroom. Ik vrees dat ik iets doms ga doen.