3/16/2007

LIBRA

Afgelopen zondag mijn eerste literaire prijs gekregen in het Chasse theater in Breda. Het ging nog bijna mis omdat de oppas haar trein gemist had en we bijna te laat waren voor de uitreiking.
We zaten met een man of zestig (genomineerden, uitgevers en onbekenden) in de kleine zaal waar een programma werd gepresenteerd door Frank van Pamelen (voormalig 'Vroege Vogels' presentator). Arie Storm las namens de jury het rapport voor waar en ik mocht naar voren komen om de prijs, een cheque van 2500,= in ontvangst te nemen. Op zich was het een koud kunstje om van de eerste rij het gelijkvloerse podium op te lopen, maar ik had bedacht dat ik mijn redacteur, die schuin achter me op de tweede rij zat, eerst zou feliciteren. Omdat ik in zeer korte tijd twee witte wijn naar binnen had geslagen en ik eerst nog om A.F.Th. van der Heiden, die naast me zat, heen moest en we op een verhoging bleken te zitten, viel ik bijkans het podium op.
Ik had geen toespraak voorbereid (toch bijgelovig. Ik bereid de laatste tijd trouwens sowieso veel minder voor en dat bevalt goed) dus ik dankte een paar mensen en zei dat ik niet van jury's en prijzen hield omdat het zo arbitrair was, maar dat ik daar sinds een minuut heel anders over dacht (mager lachje uit de zaal). De anderhalf uur erna (er werden nog twee prijzen uitgereikt en de organisatie had filmpjes van de genomineerden gemaakt die leuk maar erg lang waren) heb ik gelukzalig voor me uitgekeken.
Een fijne middag derhalve. Sowieso was alles veel beter georganiseerd dan toen ik genomineerd was voor de Anton Wachter prijs. Daar hoorde ik tijdens een bibliotheekoptreden, enkele weken voor de uitreiking, van de interviewer dat ik hem niet gewonnen had. Hij had het in de krant gelezen. Ben ook nooit uitgenodigd voor de uitreiking. Onbeschoft, vooral omdat je als genomineerde (zeker als er lange tijd zit tussen nominatie en uitreiking) toch gaat hopen dat je wint.
Dan het boekenbal. Om eerlijk te zijn vond ik er niet veel aan. Ten eerste is het ontzettend druk en massaal: je kan er niemand vinden. Ten tweede is elk gesprek vluchtig omdat iedereen om zich heen aan het kijken is of er nog een belangrijke schrijver in de buurt is en ten derde was ik met de auto en kon dus niet drinken. Zoals dat hoort hebben we nog wel enkele decorstukken meegenomen, zijnde twee uit triplex gezaagde rennende mannetjes. Leuk voor de kinderen, dachten we, maar die keken alleen maar even op van hun 'Little Ponies' en speelden verder. Inmiddels missen de mannetjes hun voeten (of delen ervan), een arm en een neus.