6/10/2013

I will survive



Ik vloog naar München om mijn ouders terug te rijden na een vakantie die noodgedwongen twee weken langer had geduurd dan gepland.
Mijn moeder was namelijk in een ziekenhuis in Oostenrijk beland en had daar een week doorgebracht. Op de dag dat ze ontslagen werd overstroomde de rivier in het dorp zodat mijn ouders niet terug konden naar hun vakantiehuisje. Zonder kleren, boeken, pillen, tandenborstels, vluchtten ze naar een hogergelegen hotel en verbleven daar noodgedwongen de rest van de week. Omdat mijn vader er, na alle heisa, tegenop zag om in zijn eentje dat hele eind terug te rijden, haalde ik ze op.
Onderweg overnachtten we in de buurt van Würzburg in een hotel middenin een klein dorp waar, zo bleek, het jaarlijkse ‘Gartenfest’ werd gehouden; tot één uur in de nacht speelde een band jaren zeventig en tachtig hits (‘I will survive’; ‘Hit the road Jack’; ‘I feel good’) ; de uren daarna keerden de feestgangers via de steeg naast het hotel, waaraan mijn kamer lag, terug naar huis. Ik deed mijn best om me niet op te winden, maar slaagde daar niet in. Er zijn weinig dingen zo irriterend als schreeuwende, dronken Duitsers onder je hotelraam. Uiteindelijk viel ik tegen een uur of drie in slaap, om tegen zessen gewekt te worden door de punktliche schoonmaakploeg die het plein dat vol lag met bierflesjes begon schoon te vegen.
Aan het ontbijt vroeg ik mijn ouders of ze last hadden gehad van het feest.
‘Ging het nog lang door dan?’, vroeg mijn vader verbaasd. Dat is het voordeel van ouder worden: je doet je gehoorapparaat af en hebt van niemand meer last.
Mijn moeder had het wel gehoord, maar ze had zich er niet aan gestoord.
Als je net een hartaanval en een overstroming hebt overleefd maak je je niet meer druk over een nachtje minder slaap.