10/11/2016

Cavia

Gisteren liet de cavia zich voor het eerst in zijn zevenjarig bestaan zomaar aaien.Toen ik goed keek zag ik dat hij weinig keuze had: hij kon zich nauwelijks meer bewegen want zijn hele achterlijf was opgezwollen.
Toen hij een paar uur later nog steeds in hetzelfde hoekje zat leek hij wel een ballon met pootjes, dus belde ik de dierenarts die meteen door had dat het niet goed was. Ze adviseerde me langs te komen en het beestje in te laten slapen.
Ik twijfelde even omdat het vijftig euro kostte; maar wat is vijftig euro op een cavialeven?
Daarbij, hij had het niet zo heel goed gehad bij ons. Hij zat alleen in een hok buiten en net zoals dat gaat bij een winkel die zich niet in de centrale winkelstraat bevindt maar in het steegje ernaast, zo had hij ook niet erg veel aanloop. Zeker in de winter vergaten we hem regelmatig en kwam ik er pas achter dat hij geen eten meer had en dat zijn water bevroren was als ik, ‘s avonds laat, bibberend van de kou, de vuilniszak in de kliko deed. Dan pakte ik vloekend het flesje uit het hok, hield het onder de warme kraan en hing het weer terug.
Dus hem verder lijden besparen leek me het minste dat ik kon doen.
Ik deed handschoenen aan om hem op te pakken, bang als ik was dat er allerlei vloeistoffen zouden ontsnappen of, erger nog, dat hij onder druk van mijn handen zou ontploffen, en deed hem in een doosje. Hij piepte zachtjes, maar verroerde zich niet.
In de dierenkliniek werd hij op de tafel gezet. ‘Hij heeft al moeite om zijn lichaamswarmte op peil te houden’, zei de dierenarts. Ik voelde het ook: hij was koud. 
Ze pakte een injectienaald en spoot een rode vloeistof in zijn lijf. Ik vroeg me af of je met dat spul ook een mens zou kunnen doden, maar ik vond het niet het moment om dat te vragen.
Terwijl ik hem aaide en de arts een handdoekje over zijn achterlijf legde wachtten we samen op de dood. 
‘Het kan even duren’, zei ze.
Ik vroeg me af waar we het over moesten hebben. Ik besloot maar wat over haar vak te beginnen. Is een kip ook een huisdier, vroeg ik. En: hebben jullie echt een IC voor honden?
Na een paar minuten pakte de dierenarts haar stetoscoop en luisterde. Het is gebeurd, zei ze.
Ik deed het beestje terug in het doosje en rekende af. 
Op de terugweg zag ik het leven van onze cavia als een film aan me voorbij trekken: hoe mijn dochter hem uitzocht bij de dierenwinkel; hoe ik een hok timmerde; hoe het konijn van mijn andere dochter een stuk uit zijn oor beet, hoe hij later gezelschap kreeg van een zwarte cavia; hoe hij de laatste jaren meestal in het donkere binnenhok zat. 
Om het leed voor mijn dochter te verzachten, baarde ik de cavia op: ik deed stro op de bodem van het doosje, sloot zijn oogjes, die me, ondanks dat hij dood was, aankeken met een mengeling van verwijt en hulpeloosheid en drapeerde wat bloemen om hem heen.
Toen mijn dochter van school kwam en in het doosje keek zei ze: ‘Aaah’.
Daarna ging ze naar boven om huiswerk te maken.