3/19/2007

Wouter

Mooie documentaire in Tegenlicht: De Wouter tapes, waarin Wouter Bos gevolgd wordt gedurende zijn anderhalf jaar durende op en neergang.
Moet zeggen dat ik onder de indruk ben: hij komt naar voren als een sympathiek leider, die blijft luisteren naar zijn adviseurs en die, voor zover ik het op basis van deze 50 minuten TV (deel 2 volgt volgende week) kan beoordelen, iedereen in zijn waarde laat.
Dat is bij concurent Marijnissen wel anders. Enkele jaren geleden volgde een cameraploeg gedurende enige tijd een aantal politieke partijen, waaronder de SP. Het beeld van Marijnissen dat daaruit naar voren kwam was zo ongeveer tegenovergesteld aan dat van Bos: hij luisterde nauwelijks naar zijn partijgenoten en pakte mensen die het in zijn ogen mis hadden of niet hard genoeg gewerkt hadden keihard aan. De wijze waarop hij Agnes Kant ten overstaan van andere partijgenoten (en de camera) een schrobbering gaf was echt van voor de Eerste Wereldoorlog. Daaruit sprak een leider-arbeider verhouding die in Nederland, meende ik, al anderhalve eeuw niet meer bestond. Ze werd ten overstaan van iedereen echt volledig de grond ingeboord. Zegt ook wel wat over haar vermeende zelfstandigheid.
Maar goed, Bos blijft dus wel luisteren. Het lijkt af en toe vrij eenzaam: zo’n leider omringd door adviseurs die aan de lopende band kritische vragen stellen; adviezen geven (vlak voordat hij een belangrijke speech moet houden voor het partijcongres: ‘Op dat punt even gas terug nemen, niet gaan hollen’) en suggesties doen.
Je ziet hem twijfelen. Hij hoort het aan, werpt dingen tegen en neemt dan een beslissing.
Ik hou van mensen die twijfelen. Uit twijfel spreekt menselijkheid, maar ook realisme (ik begin ook al als een politicus te schrijven, merk ik). Iemand die niet twijfelt is nauwelijks mens. Daarbij liegt ie: er is veel te weinig houvast om alles zeker te weten.
Dus ik ben voor de twijfel en Bos twijfelt.
Ik vroeg me af of het houten huis, waar hij met zijn team steeds vergadert, zijn eigen huis (of tuinhuis) is. Als dat zo is woont ie mooi. Gelukkig heeft hij niet de behoefte, zoals nogal wat oudere socialisten, om voortdurend blijk te geven van het feit dat hij aan de goede (lees, linkse) kant staat. Want dan valt het zo tegen als blijkt dat iemand in een onbetaalbaar duur huis woont. Zo werd het huis van VARA voorzitter, Vera Keur, een tijdje geleden te koop aangeboden voor 1,4 miljoen euro; het huis van Spijkerman stond onlangs voor 2,2 miljoen te koop en wat zou het 13 hectare grote landgoed van Marcel van Dam opleveren? Allemaal mensen die zo vreselijk aan de goede kant staan en geen twijfel lijken te kennen als het om hun politieke voorkeur gaat. Nee, doe mij Wouter maar.