8/08/2017

Vrouwenvoetbalnostalgie


Na de gewonnen finale probeerde ik de populariteit van het vrouwenvoetbal te verklaren.
Het heeft natuurlijk te maken met het feit dat iets voetballends eindelijk weer eens iets Europees wint. Dat zijn we niet gewend. Ik betrapte me daar tijdens de finale ook steeds op: het gaat toch niet lukken, dacht ik. Goed, we zijn ver gekomen, maar je zal zien, op het moment supreme gaat het mis. Zelfs toen we drie minuten voor tijd met 4-2 voor stonden wist ik nog zeker dat we het niet gingen redden.
Maar dat verklaart niet alles. Het ontbreken van het grote geld is ook aantrekkelijk. Zodra er veel geld te verdienen is komen er verkeerde, opportunistische types op af.
Types die, als je op de borrel met ze staat te praten, steeds over je schouder kijken en zich zonder iets te zeggen omdraaien als er een interessanter iemand voorbij komt.
Ooit maakte ik CD’s. In die tijd was de platenwereld een wereld waar je veel geld kon verdienen. Daar liepen dus veel van die sneue types rond.
Tegenwoordig schrijf ik boeken: van boeken wordt niemand rijk, behalve Mai Spijkers. Dat is aan de ene kant jammer, maar het voordeel is dat er voornamelijk mensen werken die bevlogen zijn; die daar zitten omdat ze boeken maken belangrijk vinden.
Dat is ook mooi aan het vrouwenvoetbal: de mensen die er in werken doen dat omdat ze het echt willen. Geld is namelijk geen reden.
Maar er is nog iets dat volgens mij de populariteit verklaart: nostalgie. Het vrouwenvoetbal heeft een sterk touwtje uit de brievenbus gehalte. Het verlangen naar  naar de jaren vijftig toen iedereen arm was, toen iedereen nog solidair was met elkaar, toen er nog geen ME nodig was bij wedstrijden, toen voetballers na een doelpunt gewoon juichten in plaats van allerlei gestoorde dansjes te doen. In feite zijn de populariteit van Boer zoekt vrouw, Heel Holland bakt, en het EK vrouwenvoetbal een gevolg van hetzelfde: het verlangen naar onschuld.
Het verlangen naar een tijd waarin alles nog puur en echt was.
Ik heb het hier al eens eerder gezegd: die zogenaamde solidariteit uit de jaren vijftig was volgens mij schijn. Natuurlijk, het was een veilige, duidelijke tijd, maar het was ook bekrompen, gesloten en naargeestig. Voetballende vrouwen werden in die tijd echt niet getolereerd, om maar eens iets te noemen.
Maar nostalgie is onuitroeibaar. Ik zag een interview met een deelnemer aan de Canal parade die verlangde naar de tijd dat het nog uitsluitend voor homo’s was. Hij vond dat al die transgenders en interseksuelen en hetero’s de boel maar verziekten. Mooi wel, die bekrompen nostalgie op een feest waar de vrijheid van ‘zijn’ wordt gevierd. Hoewel ik me al vaker heb afgevraagd hoe vrij mensen die zich allemaal verkleden als The Village People nou werkelijk zijn.
Terug naar het vrouwenvoetbal. Ik heb ervan genoten en ik hoop dat het nog lang klein zal blijven. Maar ik vrees het ergste.
Het is nog maar één dag na de gewonnen finale; maar de nostalgie begint al aan me te vreten.