7/03/2017

Sgt Peppers

Vorige maand verscheen de opnieuw gemixte uitgave van de moeder aller popalbums, Sgt Peppers Lonely Heartsclub Band.
Een museumstuk noemde George Martin, de producer van de Beatles, het album indertijd en inderdaad de plaat is zelfs vijftig jaar na verschijnen nog onaangetast in zijn grootsheid. De nachtwacht, de denker, Guernica.
De overigens vrij eenvoudige gitaarliedjes zijn zo totaal anders benaderd: blazers in ‘Sgt Peppers’, een harp in ‘She’s leaving home’, een clavecimel in ‘Fixing a hole’; een citar in ‘Within you, whitout you’ en natuurlijk het symphonieorkest dat alleen maar een glijdende toon omhoog speelt in ‘A day in the life’.
Het is onvoorstelbaar anders dan alles wat er was en wat er ooit zal zijn.
Misschien is het meest bijzondere wel dat het album meteen al zo’n waardering kreeg, want de Beatles liepen enorm ver voor de troepen uit.
Enigszins onderbelicht zijn mijns inziens de teksten. Natuurlijk, in de dagen van ‘Love me do’ en ‘Please please me’ was het niet om aan te horen. Of eigenlijk niet om aan te lezen. Maar later wordt het echt beter. De tekst van ‘She’s leaving home’ over een meisje dat het ouderlijk huis verlaat, is prachtig. ‘A day in the life’ is een  hoogtepunt. Een soort impressionistisch schilderij, flarden van een dag, iemand die wakker wordt en radio aanzet en in sluimertoestand het nieuws tot zich neemt. Onheilspellend. Nog even actueel nu als toen.
Terug naar de muziek.
Waarom een nieuwe mix?
De Beatles geloofden in mono, niet in stereo. Alle aandacht ging dus uit naar de mono mix. De stereomix werd er even ‘bij gedaan’, omdat de platenmaatschappij dat nou eenmaal wilde; de Beatles zelf waren er niet eens bij aanwezig.
Omdat niet veel later stereo de norm werd, werd die snel, niet zo zorgvuldig gemaakte stereomix, de mix we allemaal kennen.
Op verzoek van Paul en Ringo deed Giles Martin, de zoon van George, het opnieuw.
Het resultaat is onvoorstelbaar. De nummers zijn nu zoveel rijker en krachtiger. In vergelijking met de nieuwe klinkt de oude zo vlak.
Martin heeft alle sporen uit elkaar getrokken en de instrumenten een nieuwe plek gegeven. Om een voorbeeld te geven: de zang van McCartney in het titelnummer staat nu in het midden in plaats van links.
Dat maakt een enorm verschil; het geeft de andere instrumenten veel meer ruimte. Waar je welk instrument zet is heel belangrijk: voor het geluid, de dynamiek, de zeggingskracht. Daarbij heeft Martin ook de klankkleur van de instrumenten hier en daar verbeterd: de bas van McCartney klinkt voller, de drums van Ringo heftiger.
Er wordt nog al eens lacherig gedaan over het basale drumwerk van Starr. Ik vind hem een geweldige drummer. Eentje die alleen doet wat nodig is, niets meer. Dat hoor je door die nieuwe mix nog beter. Elke slag is raak. Eén rake slag zegt meer dan tien fills, hoe virtuoos ook gespeeld.
Het luisteren naar de hernieuwde Sgt Peppers ontroerde me.
De gedachte dat vier jongens in een paar jaar tijd alles veranderden; ze waren pas dertig toen ze uit elkaar gingen; de explosie van creativiteit; de schoonheid van alles.
Het brengt me terug bij mijn stelling dat kunst belangrijk is. Lastig precies te duiden waarom, dat maakt het ook zo kwetsbaar. Kunst is niet iets dat je in cijfers uit kan drukken. Ja, de Beatles zijn er erg rijk van geworden, maar Van Gogh verdiende niets.
Het verschijnen van Sgt Peppers in 1967 was een gebeurtenis die even verstrekkende gevolgen heeft gehad voor de kunst als de val van de muur voor de geschiedenis. Of het einde van de Tweede Wereldoorlog.
De nieuwe mix is alsof de oude zwart wit beelden kleur hebben gekregen. Je moet het echt luisteren. Koptelefoon op, ogen dicht en op play drukken.