12/06/2016

Touwtje uit de brievenbus

Vorige week hield Jan Terlouw een gloedvol betoog in DWDD over vroeger. Toen hingen  de touwtjes uit de brievenbussen en nu niet meer. Toen vertrouwde men elkaar nog.
Ik vond het, net als veel mensen, mooi, maar hoe meer ik er de afgelopen dagen over nadacht, hoe minder zijn betoog me beviel.
Vooral die hang naar vroeger zat me dwars.
Daarom, zonder cynisch te willen zijn, toch een paar kanttekeningen.
Terlouw stelt dat er meer solidariteit was in de jaren vijftig: de welvaartstaat werd opgebouwd. Ik weet het niet. Nederland was vooral een heel ander land: iedereen was Christen, iedereen ging naar de kerk, homo’s bestonden nog niet. Er was nog geen internet. Je leven speelde zich af binnen de veilige grenzen van je dorp.
Volgens mij was het juist een hele bekrompen, intolerante tijd. Lees De avonden van Gerard Reve er nog maar eens op na. Of Wolkers, of Maarten ’t Hart. A bad youth is a writers goldmine. Als die uitdrukking op één periode van toepassing was, was het wel de jaren vijftig.
Ook die hang naar de jaren zestig en zeventig snap ik niet. We hadden het over Love, not war, zegt Terlouw.
Hij bedoelt: wij, de voorhoede van Nederland, studenten, kunstenaars, hadden het daarover. De rest ging gewoon naar zijn werk.
En terwijl die voorhoede het druk had met zichzelf ontstond er een samenleving binnen een samenleving van Turkse en Marokaanse gastarbeiders waar niemand naar omkeek. De voorhoede verwarde vrijheid met onverschilligheid. De problemen met jeugd in Zaanstad, ouders die hun kinderen van Gulenscholen halen; de kiem is in de jaren zestig en zeventig gelegd. Geen reden om die tijd te idealiseren.
Met zijn betoog draagt Terlouw bij aan het door hem zo verfoeide negativisme van deze tijd.  In feite zegt hij namelijk: wat doen we het toch slecht nu. Vroeger was het allemaal beter.
Terwijl dat volgens mij onzin is: het gaat helemaal niet slecht.
Goed, in Amsterdam Oost moet je misschien geen touwtje meer uit de brievenbus laten hangen, maar in het dorp waar ik woon staan in de zomer de voordeuren open.
Goed, het politieke debat is verhard, maar Rutte 2 gaat gewoon de vier jaar volmaken. Dat kan Terlouw niet zeggen. Ik heb het nog even opgezocht: hij zat in twee kabinetten. Van Agt 2 bestond welgeteld zeven maanden en Van Agt 3 slechts vijf maanden.
Als er één periode is waarin men niet naar elkaar luisterde; waarin men niet bereid was samen te werken, was het wel in de jaren zeventig en tachtig.
Goed, populistische partijen winnen terrein, maar eergisteren verloor de populistische Hofer in Oostenrijk ruimschoots.
Er gaat heel veel goed: de vooruitgang op het gebied van schone energie is onomkeerbaar; het gat in de ozonlaag is de afgelopen decennia stukken kleiner geworden; de ontwikkelingen op medisch gebied gaan razendsnel.
Er was een prachtig eerbetoon in de Kuip voor Tony Vilhena nadat zijn moeder was overleden.
Goed de V&D is failliet, maar we hebben fantastische nieuwe bedrijven: ASML bijvoorbeeld.
En inderdaad, het politieke debat verhardt, dat is vervelend, maar het is ook interessant. Het gaat eindelijk weer echt ergens om. 
Ik vind het eerlijk gezegd een geweldige tijd.
Nederland is de afgelopen zestig jaar een ander land geworden: van een kleinburgelijk, homogeen, godvrezend landje is het geworden tot een geglobaliseerd, multicultureel, welvarend land.
Ik verlang totaal niet terug naar een tijd waarin er touwtjes uit de brievenbus hingen. Touwtjes die stonden voor vertrouwen maar net zo goed voor de verstikkende strop om de nek van iedereen die afweek.