2/15/2008

Leeg

Mijn boek is bijna af. Al weet je het nooit. Vorige keer dacht ik het ook tot ik het manuscript liet lezen aan twee vrienden die zoveel aan te merken hadden op ‘de kleinzoon’ dat ik nog maanden bezig was met herschrijven.
Maar ook al zou ik nog wat dingen moeten veranderen, dan nog kan ik er niet omheen dat het een aflopende zaak is. Ik moet zeggen dat ik er tegenop zie.
Het afgelopen jaar liep ik , terwijl op de radio’s de files werden voorgelezen, de vijftien treden van onze trap omhoog om naar ‘mijn werk’ te gaan. Ik ging zitten aan mijn schrijftafel en opende het document ‘DHVDA boek 5a’ (afhankelijk van de versie waarmee ik bezig was) en begon met schrijven. Soms ging het goed, soms wat minder, maar altijd had ik een doel om naar te streven: minstens een A-viertje schrijven.
Dat doel valt binnenkort weg. Goed, ik heb nog gesprekken met mijn redacteur en er zal nog het nodige geredigeerd worden. En daarna komt nog de correctiefase en moet ik me nog bemoeien met de lay-out en het publiciteitsplan, maar dat zijn geen taken waarmee ik mijn dagen kan vullen. Er doemt een enorme leegt op in de verte; ik zie de contouren al.
Het fijne van schrijven is dat je enorm ‘open’ bent. Alles staat in dienst van het boek. Bij elke verhaal dat ik hoor; bij alles wat ik op TV zie; bij ieder gesprekje op straat, denk ik: kan ik het gebruiken? Als je schrijft loopt de camera permanent mee en dat is een prettig gevoel. Al leef je als je schrijft vanaf de zijlijn, je hoort en ziet alles.
Ik spreek ook de hele dag (en nacht) ideeen of opmerkingen in. Bijvoorbeeld: ‘Er moet meer wanhoop zitten in het meisje als ze de prof niet meer ziet’. Of, na het zien van een uitzending van Netwerk over Jan Siebelink: ‘Hij moet meer verscheurd worden door de liefde voor zijn gezin en zijn werk.’
Als ik eenmaal stop met schrijven sluit het zich weer. Je gevoeligheid neemt af en je wordt weer ‘normaal’. Helaas.
Wat ik hierna ga doen weet ik nog niet. Ik kan pas met een nieuw boek beginnen als ik los ben van het oude en dat zal zeker tot het najaar duren, want pas dan komt het uit.
Ik zou aan een nieuwe CD kunnen werken, maar mijn kompaan met wie ik muziek schrijf is tot de herfst bezig met andere projecten.
Ik moet in ieder geval mijn sociale leven weer oppakken, want de afgelopen anderhalf jaar heb ik als een holbewoner geleefd en buiten mijn kinderen en vriendin vrijwel niemand gezien.
En er zijn nog een heleboel klusjes te doen aan het huis. Binnenkort maar eens beginnen met de muren van de badkamer.