De sportzomer op radio en tv is een interessant fenomeen: twee
maanden lang is er veel minder tijd beschikbaar voor het ‘serieuze’ nieuws en
veel meer voor sport.
Dat heeft met twee dingen te maken: ten eerste met het feit
dat er heel veel sportevenementen zijn deze zomer en ten tweede met de
zogenaamde komkommertijd: de periode waarin, volgens radio en tv makers niet
veel nieuws te melden is.
Ik geloof daar eerlijk gezegd niet zo in: terroristen nemen
geen vakantie, vliegtuigen vallen ook in de zomer naar beneden, IOC bestuurders
blijven corrupt.
Weet je trouwens waar het woord komkommertijd vandaan komt?
Uit Engeland. Het was de periode in de zomer waarin de Londense adel naar het
platteland trok en er voor de kleermakers te weinig werk was. Dus die gingen om geld te verdienen
meehelpen met het oogsten van
komkommers.
Ik vroeg me af, mis ik dat nou, die
extra uren nieuws op radio en tv?
Nou, ik mis Pauw en Jinek, zeker als er een Brexit is of een
aanslag in Nice, maar verder valt het wel mee.
Dat kan betekenen dat we door het
jaar heen op radio en tv veel meer tijd dan nodig is besteden aan serieus nieuws.
Met de helft van de tijd lukt het ook.
Wat ook kan is dat we vooral
verslaafd zijn aan de vorm nieuws en niet zozeer aan de inhoud. Het onderwerp
doet niet terzake, als er maar wat gebeurt: een aanslag in Nice is even belangrijk
als een etappe in de Tour de France.
De Brexit voldoet evenzeer aan onze honger naar nieuws als
de finale van het EK voetbal.
Er is gewoon behoefte aan iets. Aan emoties. Je leent
emoties, je verplaatst je in een ander: in het slachtoffer van een aanslag; in
Daphne Schippers; in een bootvluchteling. Het maakt je leven rijker, het geeft
je een gespreksonderwerp, het voedt de discussie, terwijl je gewoon veilig
thuis zit met je benen omhoog.
Nieuws is de snack voor de hongerige consument. Of het nou
een frikadel is of een pizza, maakt niet uit. Je moet gewoon wat in je maag
hebben.
Klinkt misschien een beetje
cynisch, maar ik betrap mezelf erop dat dingen waarover ik me, niet eens zo
heel lang geleden, behoorlijk druk maakte, alweer totaal vergeten ben: de
afluisterpraktijken van de NSA; de Griekse crisis en dan vooral minister van
financien, Varoufakis; Ebola.
Nog maar twee jaar geleden maakten we ons grote zorgen over
besmettingen in Nederland; mensen werden in quarantaine geplaatst. Steeds weer
zagen we beelden van mensen in witte pakken die dorpen in Afrika langsgingen om
zieke mensen te helpen.
Je hoort er niemand meer over.
Raar, want het aantal doden als gevolg van Ebola is de
afgelopen anderhalf jaar nog behoorlijk opgelopen: van ruim drieduizend in
oktober 2014, tot elfduizend nu.
Nieuws heeft een korte
houdbaarheidsdatum. Je stopt het in je mond, je kauwt er een tijdje op en je slikt
het door.
Althans, zo werkt het bij mij. Het is een consumptieartikel
geworden.
Alleen de hele grote
gebeurtenissen blijven in je geheugen gegrift staan: de moord op Theo van Gogh,
de vliegtuigen in de Twin towers, het bijna doelpunt van Robben in de finale.
Voor de rest blijft er niet zo heel veel van over. Het vormt hoogstens de achtergrond waartegen je leven zich
afspeelt, het landschap op de vakantiefoto: je ziet een heuvel, een paar
huizen, een weg. Middenvoor sta jij met je fiets, je lacht, je steekt je duim
omhoog. In de verte gaat de zon onder.