Vroeger was het eenvoudig; als Volkskrantcriticus Peter van Bueren een film goed vond, vond ik het niks; als hij een film afkraakte ging ik erheen. Ik was het namelijk bijna altijd met hem oneens.
Maar van Bueren is al een tijd gestopt en sindsdien heb ik geen eikpunt meer; soms deel ik de kritiek van de recensent, een andere keer niet.
Gisteravond ging ik naar een film die door de Volkskrant ‘een ontroerende en bij vlagen zelfs hartverscheurende ervaring’ werd genoemd, te weten: ‘Norwegian Wood’ van regisseur Tran Anh Hung. De film is gebaseerd op het gelijknamige boek van de schrijver Haruki Murakami.
De film gaat over een jongen, Tran, die een relatie krijgt met het voormalig vriendinnetje van zijn beste vriend die zelfmoord heeft gepleegd.
De film bestaat eigenlijk helemaal uit conversaties, alhoewel conversatie een groot woord is, want veel wordt er niet gezegd. De film zit vol met betekenisvolle stiltes waarin de acteurs elkaar diep in de ogen kijken en waarbij de kijker moet gissen naar wat ze bedoelen.
Het kan aan mijn gebrek aan verbeelding liggen, maar ik begon me daar na verloop van tijd aan te ergeren. Was er een diepere laag die ik niet begreep? Miste ik iets?
Zo werd mij bijvoorbeeld totaal niet duidelijk waarom bovengenoemde jongen al op 18 jarige leeftijd zelfmoord pleegt.
En ik kon ook niet uit de stiltes opmaken waarom alle meisjes die Tran ontmoet met hem naar bed willen en waarom die vrijpartijen steeds opnieuw verzanden in gestaar.
De relatie van Tran en het meisje verloopt niet vlekkeloos, to say the least. Zij is depressief – een gevolg van de zelfmoord van haar eerste vriendje of gewoon genetisch bepaald? - en belandt in een inrichting ergens in een Japans bos waar het altijd hard regent. Ze laat Tran opdraven wanneer ze wil, ze vraagt hem geduld te hebben omdat ze nog niet met hem naar bed kan, ze laat zich door hem troosten om hem daarna hartelijk uit te lachen.
Waarom Tran haar nou niet eens een keer de waarheid zei, of gewoon wegbleef, begreep ik ook niet. Plichtsbesef, vermoed ik, maar daar kan ik helemaal naast zitten.
Tijdens de twee uur en een kwartier durende film – er was geen pauze - begon ik me steeds vaker af te vragen of er uberhaupt wel een diepere laag was. Viel er wel iets te begrijpen?
De stiltes, het gestaar, de twee zelfmoorden – uiteindelijk pleegt het meisje ook zelfmoord - deden dat wel vermoeden, maar zeker was ik er niet van.
Een teveel aan drama verhult vaak een gebrek aan diepgang.
Soms verlang ik terug naar Peter van Bueren.