Ik wilde het in mijn laatste column van dit jaar nog een
keer hebben over vluchtelingen. Omdat me een aantal dingen opvielen, de
afgelopen twee jaar, toen ik voor het schrijven van mijn roman, Wat we weten, AZC’s bezocht en
sprak met vreemdelingenrechters en IND-ers.
En omdat het bijna kerst is en omdat de kerstgedachte van
vrede en mededogen zo schril afsteekt bij de werkelijkheid.
Er zijn
kort gezegd twee kampen als het gaat over het opvangen van vluchtelingen. Het
ene kamp zegt dat we ze hier op moeten vangen; het andere zegt dat ze beter in
de regio opgevangen kunnen worden. Beide ‘oplossingen’ hebben consequenties.
Als je zegt, we moeten vluchtelingen
uit het Midden-Oosten, Afrika of Azië, in Nederland opvangen, dan heeft dat onherroepelijk gevolgen
voor de vrijheid van homo’s, joden, vrouwen en voor mensen aan de onderkant van
de samenleving. Je kan niet zeggen dat het toewijzen van woningen aan
vluchtelingen geen invloed heeft op wachtlijsten voor woningzoekenden. Je kan
niet verwachten dat mensen die hun hele leven hebben gehoord dat homofilie zondig
is, die ideeën ineens overboord zetten. Je kan een mens uit een cultuur halen,
maar je haalt een cultuur niet zomaar uit een mens.
Als je zegt, we moeten
vluchtelingen opvangen in hun regio, dan is de consequentie dat ze onder
erbarmelijke omstandigheden verdwijnen in kampen in Libie, Libanon, Jordanië,
Turkije. Het argument dat het beter voor de vluchteling zelf is om in de buurt
van hun vaderland te blijven, is onzin. Ze kwijnen weg, zonder enig perspectief.
De vraag is dus, wat vinden we
belangrijker: het lijden van homo’s, joden en vrouwen. Of het lijden van
vluchtelingen.
Dat is een afschuwelijk dilemma,
maar het kan niet worden ontkend. Er is, vrees ik, geen beschaafde oplossing
voor een barbaars probleem.
Waar wel consencus over bestaat,
is dat er een selectie plaats moet vinden. Niet iedereen mag hier naartoe. Vaak
wordt er een onderscheid gemaakt tussen oorlogsslachtoffers en ‘economische’
vluchtelingen. Maar heeft iemand die sterft van de honger minder recht op
asiel? Heeft iemand die te arm is om te
vluchten minder recht op onze solidariteit? De mensen uit Syrië die naar het
Westen vluchten komen uit de midden of hogere klasse. De onderklasse kan het
helemaal niet betalen. Vluchten kost al gauw drie á vierduizend euro per
persoon.
Dan nog iets wat me opviel: elke
beschaafde maatregel die we nemen kent altijd ook een pervers gevolg.
Ik zal een voorbeeld geven.
Kinderen die in hun eentje hierheen komen, krijgen vrijwel
altijd asiel. Ze mogen ook bijna altijd hun familie over laten komen. De
gedachte erachter is begrijpelijk: kinderen zijn kwetsbaar en hebben hun ouders
nodig.
Het perverse neveneffect is dat er steeds meer kinderen uit
Afghanistan door hun ouders over de grens worden gezet om hier asiel aan te
vragen. Zodat zij later ook kunnen komen.
Zo gaat het
met alle ‘beschaafde’ procedures die we in Nederland hebben. Iemand kan
oneindig vaak in beroep gaan tegen het besluit tot uitzetting. Ik volgde een
rechtszaak van een man wiens asielaanvraag al drie keer was afgewezen. Hij
probeerde het nu opnieuw. Dit keer voerde hij aan dat hij christen was
geworden. Het zegt wat over de
ontoereikendheid van onze procedures en over de wanhoop van vluchtelingen. Je
procedeert liever vruchteloos door, dan dat je terug gaat. Je verkiest een
levenslang verblijf in AZC’s of uitzetcentra of illegaliteit boven terugkeer.
Het
vluchtelingenprobleem confronteert ons met de barbaarse werkelijkheid van
onderdrukking en geweld die langzaam onze comfortabele samenleving binnen
sijpelt.
Het is onontkoombaar dat we keuzes moeten maken: pijnlijke, rauwe, onbeschaafde keuzes, vrees ik.
Het is onontkoombaar dat we keuzes moeten maken: pijnlijke, rauwe, onbeschaafde keuzes, vrees ik.