Afgelopen zaterdag ging het in het radio programma Argos
over een oud hoogleraar die grote bedragen heeft overgemaakt aan bedrijfjes die
hem hielpen met het begeleiden van promovendi. Daar is op zich niets mis mee,
ware het niet dat die bedrijfjes van familieleden van de hoogleraar bleken te
zijn en dat een van die bedrijfjes een schoonheidssalon was.
Reden dus voor een journalist van Argos om de voorzitter van
het college van bestuur van de universiteit te bellen voor een reactie.
Wat volgde was het meest overbodige interview dat ik in
jaren op de radio heb gehoord.
De voorzitter van het college weet namelijk alles van de
zaak af, maar kan en wil niets zeggen omdat de zaak onder de rechter is.
De journalist weet dat en trekt zich daar niks van aan.
(Fragmenten zijn van Argos aflevering“Aangifte verduistering door oud decaan
Universiteit Tilburg
I = Interviewer; V = Voorzitter college van bestuur)
V: Wij hebben in april
2016 aangifte gedaan tegen een oud medewerker van ons ja
I: Een professor
V: Het is iemand van de
wetenschappelijke staf
I: Een professor van
humanities
V: Maar kijk, wat ik
belangrijk vind in het kader van de zorgvuldigheid als werkgever en ook vanwege
de privacy van de betrokkene dat ik daar verder niet op inga.
Kijk, hier legt de voorzitter uit waarom hij er niets over wil
zeggen.
Maar daar neemt de interviewer geen genoegen mee:
I: Dus het is professor
Arie de Ruiter die decaan was van de faculteit Geesteswetenschappen.
V: Nou ja nogmaals, wij
hebben aangifte gedaan tegen een oud medewerker uit de wetenschappelijke staf
en ik vind het belangrijk dat wij als werkgever dat zorgvuldig doen en dat de
rechtsgang nu gewoon zijn beloop heeft en dat vanwege privacy van betrokkenen
ik daar nu verder niet op inga.
Nu heeft hij dus twee keer uitgelegd dat hij er niets over
wil zeggen en waarom. Dan zou je denken dat het interview klaar is. Maar nee,
het is net begonnen.
I: Hij geeft opdrachten
in de hoogte van tonnen voor de begeleiding van promovendi aan iemand uit zijn
eigen familie.
V: Ja. Ik hoor het en
gelijkertijd zeg ik dat ik daar verder niet op in wil gaan.
I: Heeft u wel eens
gekeken wat voor bedrijf dat is, Isola Tisera?
V: Ja, ik wil daar
verder niet op ingaan.
I: Het is een
schoonheidssalon
V: Ja nogmaals, wij
hebben uitvoerig intern en extern onderzoek gedaan …
En dan komt weer de hele riedel waarom hij er niets over wil
zeggen.
Dan gaat het over de hoogte van de bedragen die betaald zijn
V: Dat is wat u zegt;
dat het om aanzienlijke bedragen gaat
I: In totaal meer dan
een miljoen euro
V: Nou ja, het gaat in
ieder geval om aanzienlijk bedragen
I: In totaal meer dan
een miljoen euro
V: Als het waar is, is
het buitengewoon naar en daarom hebben wij ook aangifte gedaan en ik ben blij
dat we dat zelf hebben ontdekt
I: meer dan 1 miljoen
euro
V: Nou ja, het gaat om
aanzienlijke bedragen
I: Als wij naar buiten
gaan brengen dat het om 1 miljoen euro gaat, zou het fijn zijn als u zou
zeggen: nou dat slaat gewoon nergens op. Dan gaan we dat ook niet naar buiten
brengen.
V: Het gaat om
aanzienlijke bedragen dat heb ik bevestigd
Mijn vraag is: wat wil de journalist hiermee? Hoopt hij dat
de voorzitter zich verspreekt? En
dan? Wat toont hij daarmee aan? Dat de voorzitter weet dat het om professor de
Ruiter gaat?
Dat is helemaal
niet nodig want in het vervolg van de uitzending belt de interviewer met
de professor zelf die gewoon toegeeft externe bureau’s te hebben ingeschakeld.
Waarom dan?
Om de suggestie te wekken van een doofpot? Maar welke dan?
De voorzitter heeft juist zelf een onderzoek laten instellen en aangifte
gedaan.
Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat het hier niet
zozeer gaat om waarheidsvinding,
maar om egovinding.
En dat is jammer.
Ik vind namelijk dat journalisten ontzettend belangrijk werk
doen onder vaak lastige omstandigheden. Zeker de laatste jaren hebben ze veel
vijanden.
Dit soort suggestieve, overbodige interviews doen hun zaak
geen goed.
In andere woorden: met zulke vrienden heb je geen vijanden meer nodig.
In andere woorden: met zulke vrienden heb je geen vijanden meer nodig.