12/05/2008

Oplegger

Naast mijn ‘kantoor’ wordt momenteel een oude fabriekshal in nieuwe luister hersteld. Of hoe zeg je dat? Er verrijst een nieuw gebouw binnen de oude, gietijzeren constructie.
Omdat er door de werkzaamheden gebrek aan ruimte is, parkeert iedereen zijn auto daar waar het maar kan. Zo ook langs de toegangsweg naar de fabriekshal waar regelmatig een vrachtwagen vast komt te zitten tussen de aan twee kanten geparkeerde Audi’s en Volvo’s van de hippe reclamejongens en ontwerpers die hier in de buurt werken. Op een of andere manier lukt het de bestuurders altijd weer ‘los te komen’ – ik kijk er met grote bewondering naar – maar vanmiddag ontstaat er een, volgens mij, onoplosbare situatie.
Op de weg staat namelijk een oplegger strak tussen een geparkeerde Mercedes S-klasse en een gloednieuwe Jeep Cherokee, terwijl van het bouwterrein een graafmachine met rupsbanden aan komt rijden die, aan de gebaren van de opzichter te zien, op de oplegger moet. Maar dat is niet het enige probleem: de machine heeft twee bakken aan zijn arm hangen. Een die normaal bevestigd is, maar ook een die er ‘los’ aan bungelt. Ik heb het vaker gezien, kennelijk is dit de enige manier om de loodzware bakken te vervoeren.
Ik draai mijn stoel naar het raam en ga er voor zitten.
De graafmachine rijdt behoedzaam langs de auto’s. Meer dan tien centimeter ruimte aan elke kant heeft hij niet. Dat moet mis gaan, lijkt me, want zo’n machine kan niet alleen voor en achteruit bewegen, maar ook nog eens om zijn as draaien terwijl de arm van boven naar beneden kan bewegen. Een verkeerde beweging aan een hendel en de bestuurder richt voor tienduizenden euro’s schade aan.
Maar hij bereikt de oplegger zonder kleerscheuren. Nu moet de graafmachine via de smalle leggers op de vrachtwagen zien te komen terwijl hij de bungelende bak over de geparkeerde auto’s heen aan de achterkant van de oplegger moet zien te krijgen. Een schroef en een voorwaartse flikflak tegelijk.
Tergend langzaam rijdt de graafmachine naar boven, terwijl de leggers vervaarlijk doorbuigen en ik de oplegger letterlijk hoor kreunen onder het gewicht. Hoe zwaar zou zo’n ding zijn? Vierduizend kilo. Ik heb werkelijk geen idee.
Het lukt de bestuurder heelhuids ‘boven’ te komen. Nu moet hij de bungelende bak draaien. Ik vraag me af wat er van de Mercedes over blijft als er een gietijzeren bak van vijfhonderd kilo (?) op het dak valt. Zou alleen het dak indeuken of zou de hele auto platgedrukt worden? En wat zou er gebeuren als de graafmachine met zijn rupsbanden van de oplegger over het dak van de Mercedes rijdt? Bijvoorbeeld omdat de bestuurder genoeg heeft van al die dure auto’s die hem in zijn werk belemmeren. Ik heb weleens gezien hoe oude auto’s door monsterachtige machines tot het formaat van een grote verhuisdoos worden ingedrukt.
De graafmachine is inmiddels een halve slag gedraaid en hij moet nu verder ‘achteruit’. Of juist vooruit? Het zijn verwarrende begrippen bij een apparaat dat zijn bovenkant kan draaien. Alsof je romp gedraaid zit en je benen doorlopen. Loop je dan voor of achteruit?
De machine rijdt verder; de bak bungelt nog een paar keer vervaarlijk langs de auto’s, maar het gaat goed. Natuurlijk gaat het goed. De bestuurder kan lezen en schrijven met zo’n ding. Hoe lastiger de situatie, hoe liever hij het heeft.
Als alles goed staat springt hij uit de cabine en steekt tevreden een sigaret op.
Nu ik nog, denk ik en draai mijn stoel terug naar mijn bureau.