3/05/2008

Klooster

Las een interview met schrijfster Karen Armstrong in ‘Hollands Diep’.
Op haar zeventiende vertrok ze vanuit London naar het klooster om non te worden, waar ze zeven jaar bleef tot ze teleurgesteld door de rigide levensopvatting weer vertrok en na veel onzwervingen uiteindelijk een zeer succesvol schrijfster werd.
Ik begrijp de aantrekkingskracht van het kloosterleven wel, alhoewel de romantiek bedrieglijk is. Het is net als mensen die zich rond hun veertigste afvragen of dit alles is, hun baan opzeggen, een mooi landhuis kopen in Zuid Frankrijk en een ‘Bed and breakfast’ beginnen: het lijkt romantisch maar de werkelijkheid is dat je lakens staat te verschonen en na drie jaar nog steeds als een buitenaards wezen wordt behandeld door de plaatselijke bevolking.
Ik romantiseerde het klooster ook, al heb ik nooit overwogen in te treden.
In de vakantie na mijn eindexamen ging ik een week naar Taize: een oecomenisch klooster in Frankrijk, waar duizenden jongeren vanuit de hele wereld naartoe komen. Ik weet niet meer precies waarom ik er op dat moment heen ging. In ieder geval niet om religieuze redenen. Het was meer de saamhorigheid die me aantrok. Iedereen hield vreselijk veel rekening met de ander en deed ontzettend zijn best om lief te zijn voor elkaar. In mijn herinnering was iedereen het ook steeds roerend met elkaar eens.
Overigens kwam ik er snel achter dat die saamhorigheid bij sommigen vooral buitenkant was, want toen ik op een avond mijn bord wegzette waarop nog wat vlees lag (omdat er echt niet door te komen was: idealisten praten goed, maar koken slecht) werd ik direct door een paar harige wereldverbeteraars ten overstaan van iedereen aan de schandpaal genageld. ‘You see what you do? You put meat away!!’, riepen ze op hoge, hysterische toon, ‘how can you do that? There are people starving from hunger’. Met een rood hoofd nam ik mijn bord terug en begon opnieuw te kauwen op het stuk ondoordringbaar taai varken.
Twee jaar later, in mijn studententijd, ging ik samen met een vriend naar het Benedictijnenklooster in Chevetogne. Wij waren de enige gasten tussen een handjevol monniken waarvan de gemiddelde leeftijd rond de zeventig moet zijn geweest: een uitstervend ras. Aandoenlijk om te zien: twintig, stokoude monniken in een klooster met veel te veel kamers.
De onvolprezen singer/songwriter James Taylor heeft eens gezegd: kinderen en creativiteit hebben regelmaat en discipline nodig. In het klooster kan je je als een kind laten meevoeren: je staat op, bidt, eet, bidt, wandelt, eet, etc. Je hoeft nergens over na te denken, alleen maar te volgen, wat heel prettig is als je het even niet meer weet.
Je dompelt je onder, doet je ogen dicht en laat je meevoeren met de stroom tot je adem op is en je weer naar boven moet. Alhoewel ik zeker weet dat ik het er nooit langer dan een maand zou uithouden, blijf ik er af en toe naar verlangen. Bijvoorbeeld als ik zo’n interview lees.