Na de gewonnen finale probeerde ik de populariteit van het
vrouwenvoetbal te verklaren.
Het heeft natuurlijk te maken met het feit dat iets
voetballends eindelijk weer eens iets Europees wint. Dat zijn we niet gewend.
Ik betrapte me daar tijdens de finale ook steeds op: het gaat toch niet lukken,
dacht ik. Goed, we zijn ver gekomen, maar je zal zien, op het moment supreme gaat
het mis. Zelfs toen we drie minuten voor tijd met 4-2 voor stonden wist ik nog
zeker dat we het niet gingen redden.
Maar dat verklaart niet alles.
Het ontbreken van het grote geld is ook aantrekkelijk. Zodra er veel geld te
verdienen is komen er verkeerde, opportunistische types op af.
Types die, als je op de borrel met ze staat te praten,
steeds over je schouder kijken en zich zonder iets te zeggen omdraaien als er
een interessanter iemand voorbij komt.
Ooit maakte ik CD’s. In die tijd was de platenwereld een
wereld waar je veel geld kon verdienen. Daar liepen dus veel van die sneue types
rond.
Tegenwoordig schrijf ik boeken: van boeken wordt niemand
rijk, behalve Mai Spijkers. Dat is aan de ene kant jammer, maar het voordeel is
dat er voornamelijk mensen werken die bevlogen zijn; die daar zitten omdat ze
boeken maken belangrijk vinden.
Dat is ook mooi aan het vrouwenvoetbal: de mensen die er in
werken doen dat omdat ze het echt willen. Geld is namelijk geen reden.
Maar er is nog iets dat volgens
mij de populariteit verklaart: nostalgie. Het vrouwenvoetbal heeft een sterk
touwtje uit de brievenbus gehalte. Het verlangen naar naar de jaren vijftig toen iedereen arm was, toen iedereen
nog solidair was met elkaar, toen er nog geen ME nodig was bij wedstrijden,
toen voetballers na een doelpunt gewoon juichten in plaats van allerlei
gestoorde dansjes te doen. In feite zijn de populariteit van Boer zoekt vrouw, Heel Holland bakt, en
het EK vrouwenvoetbal een gevolg van
hetzelfde: het verlangen naar onschuld.
Het verlangen naar een tijd waarin alles nog puur en echt
was.
Ik heb het hier al eens eerder
gezegd: die zogenaamde solidariteit uit de jaren vijftig was volgens mij
schijn. Natuurlijk, het was een veilige, duidelijke tijd, maar het was ook
bekrompen, gesloten en naargeestig. Voetballende vrouwen werden in die tijd
echt niet getolereerd, om maar eens iets te noemen.
Maar nostalgie is onuitroeibaar.
Ik zag een interview met een deelnemer aan de Canal parade die verlangde naar
de tijd dat het nog uitsluitend voor homo’s was. Hij vond dat al die
transgenders en interseksuelen en hetero’s de boel maar verziekten. Mooi wel,
die bekrompen nostalgie op een feest waar de vrijheid van ‘zijn’ wordt gevierd.
Hoewel ik me al vaker heb afgevraagd hoe vrij mensen die zich allemaal
verkleden als The Village People nou werkelijk zijn.
Terug naar het vrouwenvoetbal. Ik
heb ervan genoten en ik hoop dat het nog lang klein zal blijven. Maar ik vrees
het ergste.
Het is nog maar één dag na de
gewonnen finale; maar de nostalgie begint al aan me te vreten.