Afgelopen weekend trad U2 op in het Johan Cruijff stadion om
het album The Joshua Tree integraal
te spelen. Ik was, zoals wel vaker, te laat met reserveren, dus besloot ik het
album nog eens helemaal, met de koptelefoon op, te beluisteren.
Even los van de prachtige muziek,
viel het me weer op hoe goed de teksten zijn. En hoe interessant de onderwerpen.
Het begint al met Where
the streets have no name. De titel refereert aan Dublin waar je iemands
religieuze achtergrond en inkomen kan aflezen aan de straat waarin hij woont.
En als je het groter trekt: het land waarin je geboren wordt bepaalt je
toekomst. Bono verlangt naar daar waar de straten geen naam hebben. Waar
iedereen gelijke kansen heeft.
Er
staan veel politiek geladen teksten op; niet drammerig, zoals Bono later wordt,
naar mooi, gedetailleerd. Ik zag een interview met Anthony Hopkins. Hij zegt:
bij acteren moet je maar een stukje van een personage laten zien, nooit alles.
Zo is het met teksten ook: geef een detail, schets de sfeer,
dan gaat de fantasie van de lezer zelf aan het werk. Daarom hou ik niet van
volkszangers: het is zo dichtgesmeerd.
Bullet the blue sky schreef Bono naar aanleiding van een bezoek dat
hij bracht aan Nicaragua en El Salvador. Hij zag wat Amerika daar had
aangericht. Het nummer is zo actueel als maar kan: Plant a demon seed. You raise a flower of fire.
Het zou zo over Trump kunnen gaan.
Running to a standstill gaat over een heroineverslaafd meisje in
Dublin. Ze woont in een van de zeven woontorens in een troosteloze wijk. I see seven towers, but I see only one way
out. Mooi hoe Bono speelt met taal. Goeie titel ook: het rennen naar stilstand als beeld voor het
rusteloze zoeken naar een shot om niks meer te hoeven voelen.
Dan Red Hill Mining Town dat gaat over mijnwerkersstakingen in Engeland.
Premier Thatcher wil de mijnen sluiten omdat ze niet rendabel meer zijn. De
film Billy Elliot speelt tegen
dezelfde achtergrond. De paradox: het werk in de mijnen is vreselijk, je hebt
het zo vaak vervloekt en toch wil je het vast houden, want je hebt niets anders.
I’m holding on, You’re all that’s left to
hold on to.
Dertig jaar geleden luisterde ik
minder naar de teksten. Ik werd meer aangetrokken door de muziek en door losse
zinnen. I still haven’t found what I’ m
looking for, was zo’n zin. Zoekende was ik, en het was fijn dat ik niet de
enige was.
Alhoewel U2 na the Joshua Tree nog prachtige platen heeft
gemaakt, werd het nooit meer zo goed als toen. Het succes keerde zich tegen
Bono: hij ging geloven dat hij god was. Dat is vaak de tragiek van succesvolle
mensen: ze gaan denken dat ze god zijn. Misschien is dat het probleem van god
zelf ook wel.
The Joshua Tree is een oprechte, geengageerde, opstandige en
intelligente plaat. Die zouden er meer gemaakt moeten worden. Er zou sowieso
meer geengageerde kunst gemaakt mogen worden. De tijd schreeuwt erom.
Als er iets is waar kunst goed in
is: uit iets lelijks, iets afschuwelijks, iets prachtigs maken.