Gisteren is het EK voetbal voor vrouwen begonnen. Er was de
afgelopen weken veel aandacht in de media over dat er zo weinig aandacht in de
media was voor vrouwenvoetbal.
Ik dacht nog: als al die aandacht in de media nou was
gebruikt voor vrouwenvoetbal.
Ik zag de wedstrijd Nederland -
Noorwegen en het viel me op dat het Nederlands elftal zo herkenbaar Nederlands
voetbal speelde. Veel druk naar voren, steeds op de bal jagend, steeds de
aanval zoekend. Het enige verschil met de mannen is dat het minder snel en
explosief is. Het tempo ligt op het niveau van dat van de mannen in de jaren
zeventig. Mooi om die beelden weer te zien: Cruijff, Keizer en Krol die zeeen
van tijd hebben om een bal aan te nemen en es rustig te overleggen naar wie ze
hem gaan spelen.
Net zoals het prachtig is om oude
beelden van Wimbledon te zien: Bjorn Borg met een houten Donnay racket die,
vergeleken met Federer en Nadal nu, rustig over het gras kuiert om een
forehandje te slaan.
In die zin zou de acceptatie van
vrouwenvoetbal wel eens sneller kunnen gaan dan menig journalist denkt:
onbewust doet dat lage tempo mensen denken aan de gloriedagen van het
Nederlandse voetbal: Duitsland 74; Argentinie 78. Ook kwa beeld: alle
voetballers hadden lang haar.
In al die artikelen over
vrouwenvoetbal de afgelopen weken werd regelmatig gesteld dat vrouwensport altijd
minder aandacht krijgt dan mannensport. Dat is volgens mij niet zo: de hockeydames zijn minstens even
populair als de hockeymannen. Hetzelfde geldt voor handbal en volleybal. Tennis.
Volgens mij is het maar van wat
je gewend bent. Wat je het eerst hebt leren kennen.
Ik maakte als kind bijvoorbeeld
kennis met wielrennen doordat wij Tour de France keken: een mannengebeuren.
Daar is wielrennen voor mij geijkt. Dus toen, decennia later, vrouwen dat ook
gingen doen, moest ik daar aan wennen. Sterker, het went eigenlijk niet: ik
volg nooit een vrouwen wielren wedstrijd.
Bij tennis had ik dat niet omdat
ik ben opgegroeid met Wimbledon waaraan zowel vrouwen als mannen meededen. Ik keek net zo lief naar John McEnroe
als naar Chris Evert.
Bij handbal is het zelfs
omgekeerd. Ik ben het gaan volgen toen de dames het een paar jaar geleden zo
goed deden op het WK en later de Olympische spelen. Mannenhandbal interesseert
me niks.
Dus volgens mij heeft die
aandacht niks te maken met sexe discriminatie; het is meer het principe: wie
het eerst komt die het eerst maalt. Of: wat de boer niet kent dat lust hij
niet.
Wel een feit is is dat
vrouwen een stuk minder verdienen.
In de top honderd van best verdienende sporters staat maar een vrouw: Serena
Williams.
Dat geldt niet exclusief voor
sport: in het bedrijfsleven verdient een vrouw in precies dezelfde Ik vrees dat dat komt door
dezelfde reden die ik hierboven noemde. Omdat dat de wereld is zoals we die hebben leren kennen. Omdat we het
gewend zijn. Omdat de menselijke geest niet van verandering houdt. Omdat de
mens in wezen oerconservatief is.