We zochten haar overal
Onder bij het strand
In de schuur
Naast het hok
Alles was op slag vergeten
De ruzies, het geschreeuw
Het eeuwige verwijt
Het harde praten
Het was weg, alsof het nooit bestaan had
We zochten haar
In het huis
In de bijkeuken
In de kelder
Op zolder
Maar we vonden haar niet