4/08/2010

Amadeus

Omdat mijn dochter (tien) een werkstuk over Mozart maakt, besloot ik haar en haar tweelingzusje de film ‘Amadeus’ te laten zien. Hij is weliswaar bedoeld voor 12 jaar en ouder, maar met die leeftijdscodering is het natuurlijk hetzelfde als met snelheidscontroles: er zit altijd een meetcorrectie in. Je kan op de snelweg ook rustig 130 rijden zonder een bon te krijgen.
Het enige waar ik me zorgen over maakte was de scene waarin de man met het zwarte masker in opdracht van Salieri (of was het Salieri zelf? Dat is me nog steeds niet duidelijk) Mozart benadert om een Reqiem te schrijven.
Ik was vroeger altijd bang voor Zorro en de man van de Sandeman reclame vanwege hun zwarte masker en hun zwarte cape.
Dus bereidde ik ze erop voor, wat ik beter niet had kunnen doen omdat mijn dochters vervolgens iedere vijf minuten vroegen wanneer die enge man nou kwam.
Toen de scene uiteindelijk kwam en mijn dochters door de vingers van hun handen keken, bleek ik loos alarm te hebben geslagen. ‘Pffft, is dit nou alles?’, vroegen ze semi verveeld.
Ze genoten van de film, al vonden ze Mozart wel een raar mannetje.
‘Lachte ie echt zo raar?’, wilde mijn ene dochter weten.
‘Geen idee’, antwoordde ik, ‘het is maar een film, misschien is het verzonnen.’
‘Zagen de mensen er vroeger echt zo uit?’, vroeg mijn andere dochter.
‘Ja’, zei ik, ‘iedereen droeg toen een pruik.’
‘Waarom heeft Salieri dan nooit een pruik op?’, vroeg ze.
Het was met nog niet eerder opgevallen. Ze heeft een scherp oog, dacht ik.
Ik was vergeten hoe groot de rol van Salieri, componist en tijdgenoot van Mozart, was. Hij die als geen ander het goddelijke talent van Mozart zag, maar niet kon verkroppen dat hij door hem overschaduwd werd. Uiteindelijk besluit hij hem op alle mogelijke manieren tegen te werken.
Na Mozart’s vroege dood leeft hij nog tweeendertig jaar. Salieri ziet het als een cynische daad van God; in die jaren wordt zijn werk steeds minder en dat van Mozart steeds meer gespeeld. ‘Ik ben de kampioen van de middelmaat’, roept hij aan het eind van de film uit, ‘de beschermheilige van de middelmatigen’.
Ik keek naar mijn dochters naast me op de bank en vroeg me af of ik ze wel genoeg voorbereid op de middelmatigheid van het leven.
‘Een zeven voor aardrijkskunde is echt heel goed’, zei ik.
Mijn dochters keken me verbaasd aan.
‘Waar heb je het over?’, vroegen ze.