Vanuit mijn raam heb ik uitzicht op Tweedehands goederen en antiek zaak “Jan Valks”. Het is een slecht onderhouden, klein zaakje waar ik de eerste maand die ik hier nu zit nog nooit iemand binnen heb zien gaan.
‘Hier’ is mijn nieuwe kantoor dat zich bevindt in de Zijlstraat in Haarlem, een soort provinciale variant van de PC Hooftstraat. Je vindt er kledingzaken als Stefanel, Vittorio Marchesi, Riverwoods, Geddes & Gillmore en the Society Shop. En Jan Valks dus.
Ik wilde eigenlijk iets schrijven over de DSB bank. En over al die mannetjes die ‘legale diefstal’ plegen (zoals Ewout Irrgang van de SP terecht stelt) en over mijn eigen woekerpolis die ik zestien jaar geleden afsloot en waarvoor ik, zo bleek, nog steeds ieder jaar bijna tweeduizend euro afsluitprovisie betaal. Niet bij de DSB overigens, maar bij ASR, een verzekeringsmaatschappij die momenteel zo’n leuke reclame heeft met twee jonge meiden die met een twintig jaar oude Volkswagenbus met vakantie gaan. De slogan is: “Wij zijn benieuwd naar jou”. Dat zou ik ook zijn als ik in zestien jaar tijd al tweeendertig duizend euro aan je had verdiend voor niet meer dan het jaarlijks opsturen van een polisblad.
Maar ja, wat levert zo’n stukje, creatief gezien, op?
Jan Valks is inspirerender.
Dus ik loop naar beneden, steek de straat over en kijk in de etalage. Er liggen zilveren lepeltjes; kettingen met stenen en parels; armbanden en een paar zilveren theeserviezen. Bij de voorwerpen liggen handgeschreven kaartjes: “Nu geen 450 euro maar 375 euro”. Ik geloof niet dat het veel heeft geholpen.
Als ik de winkel wil binnengaan zie ik dat er ook een kaartje voor de deur hangt: “Tijdelijk alleen op afspraak geopend”. Aan de gele kleur van het kaartje te zien is ‘tijdelijk’ een rekkelijk begrip voor Jan.
Ik druk mijn gezicht tegen de ruit. Het is donker in de winkel. Alleen achterin de zaak schijnt wat licht door een half openstaande deur. Zou hij hier wonen?
Op de deur staat een telefoonnummer dat je kan bellen als je een afspraak wil. Even twijfel ik of ik hem zal bellen, maar ik wil hem niet teleurstellen: komt er na maanden eindelijk een klant, blijkt ie niks te kopen.
Ik draai me om en loop terug. Het is rustig in de Zijlstraat; een moeder en haar dochter staan voor een etalage en wijzen naar een jurk; twee dames met kinderwagens gaan Stefanel in; een oudere dame vraagt iets aan de verkoopster van Vittorio Marchesi.
En Jan Valks? Zou er nog iemand benieuwd zijn naar hem?