Bewerkt vlees staat sinds gisteren op de lijst van
kankerverwekkende stoffen.
Samen met asbest en roken.
Toen ik het las schrok ik, ook al wist ik niet precies wat
bewerkt betekende. Mij lijkt vlees altijd bewerkt, tenzij je bij het avondeten
een hele koe met huid en haar op je bord legt.
Het bleek te gaan om vlees waaraan stoffen zijn toegevoegd
voor de smaak of voor de houdbaarheid.
Kort gezegd: al het vlees.
Onmiddellijk struinde ik het internet af naar het hoe en
waarom. Daarbij stuitte ik op hoogleraar moleculaire epidemilogie, Weijenberg, die,
wat mij betreft tevergeefs, sussende woorden probeerde te spreken. Hij zei: je
krijgt niet direct kanker als je één keertje bewerkt vlees eet.
Eén keertje?
Ik eet drie keer per week bewerkt vlees. Ik rekende het snel
uit: drie keer 52 weken maal vijftig: ik heb in mijn leven zo’n 8000 keer
bewerkt vlees gegeten.
Het is een wonder dat ik nog leef.
Mijn ongerustheid sloeg, naar goed Nederlands gebruik, om in
woede. Hoe kon dit zo lang onder de pet gehouden zijn? Hoe was het mogelijk dat
ze daar nu pas achter kwamen? Dit was groter, veel groter, dan dieselgate. De
verantwoordelijken moesten voor het gerecht. Politici moesten gestraft worden.
Zo doen we dat hier. Ik wilde raadsvergaderingen; ik wilde mensen uitschelden, ik
wilde middelvingers opsteken.
Tot ik me realiseerde dat het onderzoek dat vleeseters hufters
zijn, was verzonnen door Diederik Stapel en mevrouw Vonk.
Dus ik hoefde me gelukkig helemaal niet kwaad te maken.
Ik realiseerde me nog iets: dat het maar een onderzoekje
was. En met wetenschappelijk onderzoek is het heel eenvoudig: binnen een paar
jaar wordt het tegendeel bewezen.
Ik geef het een jaar of vijf, dan is er vast weer een
wetenschapper die aantoont dat bewerkt vlees juist goed is tegen kanker.
Zoals je vroeger maar één ei per week mocht omdat er teveel
cholestorol in het eigeel zou zitten, tot iemand ontdekte dat in het eiwit nou
juist weer een stof zat die de cholestorol afbreekt. Dus nu mag je er weer
gewoon drie per dag.
Wetenschap is in zekere zin een geloof, een aanname die
stand houdt tot iemand iets anders vindt. Dan geloof je dat weer.
Dat doet de kerk toch beter: die zorgt gewoon dat er geen
nieuw onderzoek komt.
Er is, bedacht ik me, nog een mogelijkheid: namelijk dat het
onderzoek betaald is door de anti vlees lobby, door wakker dier, door een
sojabonenproducent.
In mijn jeugd waren er door de overheid betaalde
reclamespotjes van Joris driepinter die ieder kind op het hart drukte drie
glazen melk per dag te drinken. Tot bleek dat dat helemaal niet gezond is. Het
onderzoek was betaald door een melkproducent.
Ik besloot om me er niet meer over op te winden. Al kocht ik voor de zekerheid wel kabeljauwburgers
in plaats van rookworst.
Over een maand zal wel weer blijken dat je daar impotent van
wordt.