9/12/2016

Bloedhond Wilders

Er stond een interessant artikel in de VK van zaterdag met de kop: Wilders regeert al.
Daarin werd betoogt dat Wilders helemaal niet uit is op regeren omdat hij, blaffend langs de zijlijn, veel meer macht heeft.
Daarom ook bestaat zijn verkiezingsprogramma uit elf, verder onuitgewerkte, punten die op een A 4 tje passen: hij is toch niet van plan ze uit te voeren.
Wilders gooit allerlei verschillende ingredienten bij elkaar in zijn pan met toversoep: radicale moslims preventief opsluiten, alle moskeeen dicht, een verbod op de koran, alle asielzoekerscentra dicht.
Het ene heeft heel weinig met het andere te maken:
Marokaanse jongens die hoog scoren in de criminaliteitsstatistieken gaan helemaal niet naar de moskee; Turkse Nederlanders die journalisten het werk onmogelijk maken zijn nooit vluchteling geweest.
Onzin dus.
En toch.
Hoe ongemakkelijk ik het ook vind om toe te geven: ik merk dat ik het wel prettig vind dat er iemand is die zulke botte, harde taal durft te spreken.
Omdat ‘zij’ het ook doen: radicale moslims, imams, terroristen
En, misschien nog belangrijker: omdat ik het dan niet hoef te doen.
Sterker, omdat ik me er dan tegen kan afzetten.
Ik zal proberen het uit te leggen.
Ik vraag me af of onze beschaafde, welvarende samenleving, opgewassen is tegen de rauwe, door dictaturen gevormde samenlevingen uit het Midden Oosten.
Ik vraag me af of je het redt met redelijkheid, met praten.
Ik denk het niet eigenlijk.
Daarom is het misschien wel noodzakelijk dat we hier iemand hebben die dezelfde rauwe, misleidende, onzinnige dingen roept als de mensen die het liefst onze vrije samenleving willen afschaffen.
Het is alsof je een dobberman pincher in huis hebt. Als er mensen aan de deur komen, zeg je tegen hem: ‘Af. Zit.’
En je wordt boos als hij blijft blaffen, je straft hem, je zet hem in zijn hok.
Maar je voelt je ook comfortabel bij het idee dat mensen weten dat jij een bloedhond in huis hebt. Dat je niet moet proberen in te breken.
Wilders is onze bloedhond. Hij gromt, hij dreigt, hij laat zijn tanden zien.
            Ik denk dat de lastige jeugd uit Zaandam die taal tenminste verstaat. Sterker, ik denk dat ze meer respect hebben voor Wilders dan voor welke andere Nederlandse politicus ook. Poetin heeft ook meer respect voor Trump dan voor Obama.
            Het is allemaal een kwestie van taal.
Ik sprak de moeder van een meisje uit ons dorp dat jarenlang gepest werd. Alles werd uit de kast gehaald om het te stoppen: er werden anti pestprotocollen ingesteld, er werd met ouders gesproken, met de pesters, er werd een crisisteam opgericht.
Niets hielp.
Tot de dag dat het meisje haar streetwise neefjes uit Amsterdam meenam, die op het schoolplein de pesters even in de hoek zetten en dingen zeiden als: ik sla je voor je kankerbek als je haar nog een keer aanraakt, of, ik trek de je kop van je romp als je ooit nog iets onaardigs zegt.
Toen was het klaar. Het was een kwestie van twee minuten, zei de moeder, daarna is ze nooit meer gepest.
Boeven bestrijd je met boeven. Wilders is de noodzakelijke boef.
Ik denk dat het weldenkende deel van Nederland Wilders moet koesteren: zolang hij er is kunnen wij ons de luxe permitteren om tegen hem te zijn.