Afgelopen zaterdag zei Theo Maassen in Pauw en Witteman dat
uit onderzoek blijkt dat de gelukkigste mensen in landen met een grote, sterke
overheid wonen. Hij noemde Zweden als voorbeeld.
Hij had ook Noord Korea kunnen noemen; daar is volgens een peiling 99,9 procent van
de bevolking heel erg gelukkig.
Hoe ver de macht van de overheid moet gaan is een vraag
die ik zelf maar niet beantwoord krijg.
Aan de ene kant vind ik het schandalig dat beroepen die er
echt toe doen -verpleegkundigen, onderwijzers, politie - zo slecht betaald
worden. Aan de andere kant geloof ik in een vrije markt die zichzelf reguleert.
Aan de ene kant verafschuw ik de beloningen en de
bonuscultuur in bijvoorbeeld het bankwezen of de voetballerij. Aan de andere
kant vind ik het geen enkel punt dat iemand die in een garage computers in
elkaar schroeft daar uiteindelijk
miljardair mee wordt.
Het is een geruststellende gedachte dat mijn stem van geen
enkel belang is. De enige overheid die er voor Nederland toe doet is de Duitse. En
op één of andere manier heb ik een enorm vertrouwen in Angela Merkel. Waarschijnlijk
omdat ze zo saai is.