11/17/2008

Weeva

Ik herkende het hotel, waar ik de nacht ging doorbrengen pas toen ik ervoor stond. In de tijd dat ik hier studeerde heette het alleen nog niet ‘Martinihotel’, maar ‘Weeva’: Wonen En Eten Voor Allen. Het Weeva was een begrip in Groningen vanwege de legendarisch lage kamerprijs en de dienovereenkomstige staat van de kamers. WC en douche waren op de gang; de meeste kamers hadden drie of vier bedden met een diepe kuil in het midden en het kon gebeuren – in geval van grote drukte - dat je met wildvreemden op de kamer sliep. Kortom een socialistisch rolmodel-hotel.
Maar de tijden zijn veranderd en aan de buitenkant is niets meer van deze oude tijden terug te vinden; de gevel zit strak in de lak; het hotel wordt mooi uitgelicht en de grote entreedeur is indrukwekkend.
Ook aan de foyer en de eetzaal, die ik door moet voor ik bij de receptie kom, zie ik dat er een andere wind waait: het is ziet er allemaal redelijk modern uit. Alleen de oude prenten aan de muur laten vrijwel allemaal het oude hotel zien.
De receptionist is buitengewoon vriendelijk en ik ben ingecheckt voor ik het weet. Sterker, ik ben nog nooit zo snel in een hotel ingecheckt. Even later realiseer ik mij dat hij mij niet om een paspoort of rijbewijs heeft gevraagd. Zou hij dat misschien doen uit solidariteit met gasten zonder vaste woon of verblijfsvergunning? Zodat iedereen hier kan logeren?
Mijn kamer is op de tweede verdieping. Het is klein maar het heeft een badkamer met douche, een wc en wastafel; er staan twee bedden zonder kuilen, er is een zitje met een keurige tafel, een stoel, er staat een bureautje en er hangt een TV. Alles is schoon en alles werkt. Kortom, mijn kamer heeft alles wat een hotelkamer vandaag de dag moet hebben.
Maar toch ruik ik door het moderne interieur het oude socialisme nog. Er hangt de geur van zwembad WC’s; de bedlampjes zijn in de achterwand ingebouwde TL buizen die zo’n hard licht verspreiden dat elke mogelijke gedachte aan een romantische nacht direct in de kiem gesmoord wordt; de gordijnen zijn kanariegeel en vloeken met de blauw/paarse vloerbedekking (dat zie ik zelfs); de tafel en het bureau zijn van het aller-Ikeaaste beukenfineer en het analoge TV-tje hangt op zo’n rare, hoge plek dat je je nek verrekt als je er langer dan vijf minuten naar kijkt. Alsof alles uitgekozen en opgehangen is om er voor te zorgen dat je vooral niet geniet. Omdat genieten niet solidair is met mensen die geen geld hebben om te kunnen genieten?
De oude geest van het Weeva heeft zich nog niet heeft laten verdringen.
Ik slaap overigens heerlijk in mijn kamer die gelukkig geen airconditioning heeft en waar het raam nog gewoon wagenwijd open kan. Een hotel is er om in te slapen. Dat hadden ze vroeger goed begrepen.