9/13/2007

Thomése

Ik volsta deze keer met een paar citaten van de schrijver Frans Thomése uit een interview in de Volkskrant naar aanleiding van zijn nieuwe boek.
Omdat ik er niks aan toe te voegen heb; omdat ik jaloers ben op zijn scherpe analyses en formuleringen.
Nou goed, laat ik het kort inleiden.
Een paar weken geleden sprak ik hem even op de jaarlijkse borrel van ‘onze’ uitgever. Daarna pakte ik thuis zijn bekendste boek(je) ‘Schaduwkind’ uit de kast en herlas het. Voor diegenen die het nooit lazen: het gaat over de vroege dood van zijn dochtertje. Ondanks het loodzware thema wordt het nergens pathetisch. Ik las het met tranen in de ogen (eigenlijk te pathetisch en onorigineel geformuleerd. Hoe zou Thomése dat zeggen?), juist omdat het zo scherp en literair is geschreven. Onbegrijpelijk dat hij daar geen prijs mee gewonnen heeft.
Twee weken geleden stuurde mijn uitgever me zijn nieuwe boek, ‘Wladiwostok’. Een totaal ander boek. Gaat over een mannetjesmaker die een politicus ‘in de markt zet’. Een boek over platte karakters in een platte wereld, maar verre van plat geschreven.
Het boek is in feite een grote aanklacht tegen de ‘vertelevisering’ van deze tijd. Een tijd waarin het gaat om quotes, one-liners, beeldvorming, uiterlijk en bedrog. Niets is wat het lijkt, alles is geregisseerd. Verdieping, gedegen onderzoek, nuance, subtiliteit zijn verboden; het moet snel, aansprekend en oppervlakkig. Het is een soort kaasschaaf wereld: mensen weten van een heleboel dingen een beetje. Ze schaven van alles een dun laagje af en gaan weer verder.
Nou ja, ik laat het Thomése verder wel zeggen:
‘In de maatschappij en de media bestaat de trend om steeds persoonlijker te worden, openhartiger, zogenaamd eerlijker en authentieker. Een omkering van waarden. Iemand denkt: ‘Als ik persoonlijker ben, wordt wat ik zeg vanzelf waar en interessant.’
‘De grachtengordel pleegt lachend naar Geert Wilders of de LPF-operette te wijzen, maar in wezen ligt de schuld bij beschaafden, bij ons soort mensen. Die hebben het toegelaten, zijn lacherig gaan doen over moeilijke boeken. Die hebben de weg vrijgemaakt voor debiliteit.’
‘Er bestaat een gigantisch onderdrukt gilles-de-la-tourettesyndroom in de westerse samenleving, die door de cultuur een uitlaapklep wordt gegeven. Daarom wil je ook altijd lezen over schoften, smerige dingen, nare levenslopen, omdat het in het echt niet is geaccepteerd.’
‘Ja, als schrijver ben je natuurlijk ooit betoverd door boeken en niet door tv-programma’s. Die ben je al kijkend weer vergeten, laat staan een dag later..... Over het algemeen is de tv een vergeetmachine.’
‘Boeken hadden en hebben over mij een heel grote macht. Niet zozeer dat er kennis in ligt opgeslagen, maar meer dat boeken je laten zien hoe je kunt nadenken. Het zijn aanzetten voor je eigen denken. Kijk, domheid is besmettelijker dan kennis, domheid verspreidt zich sneller en daar is dus altijd meer van. Voor verstandigheid moet je inspanning verrichten. Maar ik geloof niks van die scenario’s die somber stellen dat het boek aan zijn einde is.’