Omdat ik een geheel vernieuwde website heb, gaat mijn blog verder op www.arthurumbgrove.nl.
Hier dus geen berichten meer.
3/27/2018
2/18/2018
Halbe's medaille
De carriere van een topsporter vertoont nogal wat
gelijkenissen met die van een politicus.
Zo werd afgelopen week, met de val van Halbe Zijlstra weer
eens duidelijk.
Elf jaar lang trainde hij voor dat wat hij zo graag wilden
halen: een ministerspost.
Elf jaar lang knapte hij het vuile werk op voor de VVD:
eerst als staatsecretaris voor OCW, waar hij keiharde bezuinigingen door moest
voeren. Ondankbare taak, er werden emmers mest over hem uitgestort, maar hij
liet zich niet van de wijs brengen. Hij had immers dat ene doel voor ogen:
minister worden.
Daarna was hij als
fractievoorzitter jaren de bad cop van de VVD. De rechtse jongen die potentiele
PVV stemmers naar zijn partij moest lokken. Weer kreeg hij ladingen kritiek,
maar het gleed langs hem af als druppels op een anti aanbaklaag.
Want er was dat ene doel.
En toen, na elf jaar afzien, was
daar eindelijk de beloning: minister. De Olympische medaille voor een
politicus.
Normaal gesproken ben je dat vier
jaar. Halbe struikelde na vier maanden.
De Olympische
medaille werd hem afgenomen, omdat hij had gelogen. Net zoals de
Russische sporters mag hij niet meer meedoen. Hij is de
Dennis Joeskov van de politiek.
De kans dat je als politicus of
sporter slaagt is ontzettend klein. Het hangt van zulke kleine dingen af.
‘Ik had vandaag de benen niet’, hoorde
ik Jorrit Bergsma zeggen na zijn verloren tien kilometer finale.
Ongelooflijk. Je hebt 365 dagen in een jaar, hij heeft hier
vier jaar naartoe gewerkt, dat zijn 1460 dagen. En dan net die ene dag heb je
de benen niet.
‘Je moet een beetje gek zijn,’
zei Jorien ter Mors na afloop van haar 1000 meter.
Ik denk dat topsport een vorm van verstandsverbijstering is.
Je sluit je af voor de werkelijkheid, je traint elke dag, dag in dag uit, jaar
in jaar uit. Je leeft als een monnik voor je sport. Telkens als je verliest,
denk je, ik moet nog harder trainen.
Hoe langer je het doet, hoe lastiger het wordt om de
realiteit onder ogen te zien: stoppen zou betekenen dat je je jaren voor niets in
het zweet hebt gewerkt. Dus ga je door.
Het is hetzelfde principe als met
mensen die schulden maken: je blijft maar geld uitgeven aan nutteloze dingen,
sigaretten, drank, staatsloten, omdat het dan lijkt alsof alles normaal is. De
enveloppen van het gasbedrijf gooi je ongeopend in de prullenbak.
‘Er waren geen tekenen van in
training, maar het gebeurde’, zei Jac
Orie over Sven Kramer na zijn zesde plaats op de tien kilometer.
Halbe Zijlstra heeft ook geen
tekenen gekregen, of ze niet gezien, maar het gebeurde. Elf jaar lang ergens
naartoe gewerkt en binnen een etmaal was het klaar.
Het verschil tussen gekte en succes is de uitkomst.
Het verschil tussen gekte en succes is de uitkomst.
2/10/2018
De Olympische Spelen van Riefenstahl
Ik wilde het op deze tweede dag van de spelen hebben over Leni
Riefenstahl.
U vraagt zich misschien af, wat heeft zij met de Olympische
winterspelen te maken? Misschien vraagt u zich af, wie is ze uberhaupt. Ik zal
het uitleggen.
Leni Riefenstahl was een Duitse
filmmaakster die wereldberoemd werd door haar film Triumph des Willens, een documentaire uit 1935 over het
partijcongres van de Nazi’s in Neurenberg. Een prachtige film over een
afschuwelijk onderwerp.
In 1936 vraagt Hitler of zij de Olympische Spelen in Berlijn
wil filmen. En waar Triumph des Willens
een onvervalste propagandafilm voor de Nazi’s was, is Olympia, zoals de film heet, een onvervalste propagandafilm voor
sporters.
Ze gebruikt voor die tijd radicaal vernieuwende technieken.
Zo is ze de eerste die een rijdende camera gebruikt, zodat ze de sporters kan
volgen tijdens hun race. Ze is de eerste die close ups maakt, die andere
camerastandpunten gebruikt, vanuit een vliegtuig, vanuit een Zeppelin. Maar ook
juist van onderen, zodat de sporter heroischer lijkt. Ze gebruikt telelenzen,
slow motion, onderwatercamera’s. Allemaal als eerste.
Daarnaast filmt ze achter de schermen: ze laat de
voorbereidingen van de sporters zien. Dat had nog nooit iemand gedaan.
Na de opnames is ze twee jaar bezig om de film te editen, ze
moet uit 400 kilometer opnames, vier uur film maken. Het verhaal gaat dat ze in
de filmstudio slaapt om geen tijd te verliezen.
Olympia is een
meesterwerk.
Toen ik de film, die gewoon op youtube staat, bekeek, viel
me op hoe modern hij nog steeds is. Alle filmtechnieken die heden ten dage nog
worden gebruikt, zijn door haar geintroduceerd.
Zoals de lijnen voor de
hedendaagse popmuziek allemaal zijn uitgezet door de Beatles, zo zijn alle
sportdocumentaires en alle sportregistraties gebaseerd op haar werk. Zij is de
Lennon & McCartney van het sport beeld: de camera op een rails die straks
Sven Kramer van dichtbij volgt als hij over de baan vliegt: Riefenstahl. De
camera die inzoomt op het van pijn vertrokken gezicht van Bergsma in de laatste
ronde van de tien kilometer; de close up van de tranen van Wust als straks het
volkslied klinkt: het is allemaal door Riefenstahl bedacht.
Na de oorlog werd ze door de
filmwereld in de ban gedaan. Ze heeft geen film meer kunnen maken, terwijl
iedereen erkende dat ze een van de grootste filmmakers uit de twintigste eeuw
was.
Ingewikkelde kwesties zijn dat toch. Ook nu in Nederland
weer, waar brieven opdoken uit 1943 van de geliefde dichter Lucebert. Brieven
waarin hij zich anti semitisch en Nazi sympathiek uitlaat. Wordt zijn werk er
minder mooi door? Ik weet het niet.
Wat ik wel
weet is dat schoonheid en gruwelijkheid vaak hand in hand gaan.
Iedere sportverslaggever, iedere regisseur, iedere cameraman
die de komende weken de Olympische Spelen in PyeongChang verslaat, is
schatplichtig aan Leni Riefenstahl. En zij op haar beurt had het allemaal nooit
kunnen doen zonder de man die haar de opdracht gaf en haar betaalde: Adolf
Hitler.
1/18/2018
Selectief kritisch
Afgelopen week was de uitzending van Rambam over
ontgroeningen bij het corps.
Er is al veel over gezegd, het spijt me dat ik er weer over
begin maar ik beschouw het een beetje als mijn onderwerp en er vielen me een
paar dingen op.
Rambam ging undercover tijdens de
ontgroening. Je kan je afvragen of zo’n zwaar middel het doel heiligt. Een jaar
na de incidenten bij Vindicat, wilden ze checken of de corpora zich aan hun nieuwe
gedragscodes hielden. Best snel: een cultuuromslag duurt doorgaans jaren, soms
tientallen.
Aan de andere kant is het misschien ook wel goed om de
corpora scherp te houden, want het gevaar is natuurlijk levensgroot dat het
alleen bij mooie woorden blijft.
Daarbij roepen de verenigingen het ook een beetje over zich
af, door zo gesloten te blijven. Ik vond het statement van de voorzitters van het
RSC en RVSV na het zien van de beelden, erg defensief en ouderwets. Ik vrees
dat ze geadviseerd worden door communicatie adviseurs of advocaten. Je kan aan
het optreden van Camiel Urlings zien hoe desastreus dat soort adviezen kunnen
uitpakken.
Er gingen vijf mensen undercover,
waarvan er twee al binnen een dag terug waren. Eén meisje dat pas na vijf dagen
terug kwam had het, geheel tegen de verwachting van de makers en haarzelf in, eigenlijk
wel leuk gehad.
Interessant: je hebt een bepaald vooroordeel en het
tegendeel blijkt waar.
Het zegt wat over de vooringenomenheid van de makers dat zij
nauwelijks aandacht kreeg in de uitzending.
Wel veel aandacht kregen de twee
overgebleven undercover foeten, al hadden die niet zoveel schokkends te melden. Ja, twee
incidenten die niet op camera stonden en die later ontkracht werden door de
betrokkenen zelf.
Wat ik zelf ernstiger vond waren
de verhalen die van verschillende kanten werden bevestigd, dat sommige van de
leiders dronken waren. Ontgroening is een riskant spel. Als je dat wil spelen,
moet je zorgen dat de verantwoordelijken helder kunnen nadenken.
Wie ook weer opdook was de
Groningse psycholoog Appelo. Hij zei onder andere het volgende:
Ik ben net
benaderd door ouders die zeggen: onze dochter heeft een paar dagen opgesloten gezeten
in een kelder tijdens de ontgroening met water en brood.
Daar waar de makers van Rambam heel kritisch waren tav de
verenigingen, knikten zij nu ja en amen.
Het is de derde keer dat deze man
totaal onbewijsbare, absurde dingen mag beweren, zonder dat er één kritische
vraag gesteld wordt. Eerst zei hij op deze zender dat Vindicat een
terroristische organisatie was en dat er vrouwen verkracht werden; toen in de
VK dat hij de afgelopen twintig jaar wel tien leden in behandeling had gehad,
wat procentueel gezien niks is, en nu dit weer.
Waar is toch de kritische blik
van journalisten gebleven als iemand iets negatiefs over het corps zegt?
Ik vind het trouwens ook opvallend dat deze man voortdurend dingen
de ether in slingert die zijn patienten hem in vertrouwen hebben verteld.
Is er niet zoiets als een beroepsgeheim?
Ik daag de heer Appelo bij deze uit
om met bewijs te komen dat er iemand tijdens de ontgroening dagenlang in een
kelder opgesloten heeft gezeten.
Lijkt me dat hij dat aanbod niet
weigeren kan, want als dat waar is, wordt de vereniging ongetwijfeld per direct
verboden wegens marteling.
Ik vind het terecht dat ontgroeningen
en studentenverenigingen kritisch gevolgd worden. Ze zijn veel te lang in
zichzelf gekeerd geweest. Ze hebben veel te lang gedacht dat ze meer mochten
dan de rest. Dat kan echt niet meer.
Maar verder vind ik de kritiek op
corpora erg truttig Hollands. Alles wat afwijkt moet een kopje kleiner gemaakt
worden. Ik begrijp heel goed dat je niks hebt met de soms eigenaardige gewoontes,
maar laat ze.
Ik bedoel, er zijn ook mensen die hun poedel met een
tondeuze bewerken en dan tentoonstellen; er zijn ook mensen die elkaar aan
kettingen op hangen en dan met zweepjes gaan slaan.
Allemaal niet mijn hobby, maar zolang ze daar zelf voor
kiezen en het binnen de grenzen van de wet valt, gaan ze hun gang maar.
Tot slot nog een advies aan Rambam. Maak eens een uitzending over tunnelvisie; dan kan je jezelf als onderwerp nemen.
Tot slot nog een advies aan Rambam. Maak eens een uitzending over tunnelvisie; dan kan je jezelf als onderwerp nemen.
1/10/2018
milde diversiteit
Ik wilde het nieuwe jaar ambitieus beginnen: met het
onderwerp discriminatie.
Of liever: met mijn worsteling met het begrip discriminatie.
Het gaat er namelijk vaak over: of het nou de zwarte piet
discussie is, of die over metoo, of die over etnisch profileren.
Ik dacht, laat ik beginnen met de
definitie in de Dikke van Dale. Daar staat bij discriminatie: het maken van ongeoorloofd
onderscheid.
Ik schrok daar een beetje van, want ik maak de hele dag
ongeoorloofd onderscheid. Vooral op basis van uiterlijke kenmerken.
Laat ik een voorbeeld geven:
Als er hier in de studio een man
binnenkomt met een ribbroek aan, een V-hals trui, een gestreept overhemd, haar
in een scheiding, hoornen bril, dan denk ik: Bussum of Wassenaar of Bloemendaal,
gestudeerd, waarschijnlijk bankier of misschien een arts. Dan denk ik hetero,
stemt VVD of CDA, is lid geweest van het corps. Kortom, ik maak een heel
plaatje, volledig gebaseerd op zijn uiterlijk.
Ik vind zelf niet dat ik
discrimineer, maar uitgaande van de definitie doe ik dat wel. Ik baseer mij
geheel op mijn (ongeoorloofde) vooroordelen.
De vraag is: wanneer is
onderscheid maken geoorloofd en wanneer niet?
Sylvana Simons pleit met haar
partij voor radicale gelijkwaardigheid. Ik moest even wennen aan die woordkeuze.
Het zijn woorden die elkaar bijna tegenspreken, vind ik. Radicaal veronderstelt
streng. Rigoreus. Rigide. Terwijl gelijkwaardigheid juist een mild woord is.
Het veronderstelt compassie met iemand die anders is. Juist niet rigide.
Maar ik begrijp haar wel: ze wil gewoon dat iedereen gelijk
behandeld wordt. Dat wil ik ook.
Het ingewikkelde is dat je voor
gelijke behandeling van mensen juist onderscheid moet maken. Zo zijn er
bijvoorbeeld voorscholen voor kinderen van allochtone ouders, om hun
taalachterstand weg te werken, zodat ze met gelijke kansen aan de lagere school
kunnen beginnen. Dat is heel goed, tegelijkertijd stigmatiseert het ook.
Desalniettemin kan je volgens mij zeggen dat dit een
geoorloofd onderscheid is.
Maar nu het volgende: mijn zoon
van vijftien vertelde dat als hij met een van zijn vrienden die half Marokaans
is, naar een winkel gaat, hij duidelijk meer in de gaten wordt gehouden dan als
hij er met een wit vriendje heen gaat.
Dat vind ik verschrikkelijk voor die jongen en zeer
onterecht. En toch begrijp ik die winkeliers ook. Omdat jongens van Noord
Afrikaanse afkomst relatief meer winkeldiefstallen plegen.
Discrimineren die winkeliers? Ja, zeker. Begrijp ik dat ze
dat doen? Ja. Vind ik het erg voor die jongen? Ja, verschrikkelijk.
Zie hier mijn worsteling.
Je kan discriminatie afwijzen, maar in praktijk zijn er
vijftig tinten discriminatie. Ongeoorloofd, maar soms toch begrijpelijk.
Luister even naar het volgende
fragment uit het radioprogramma de Taalstaat van afgelopen zaterdag:
Frits Spits: Marjolein van de
Gender goedemorgen
M: Goeiemorgen
FS: Hoe lang leef jij
al in de digitaalstaat?
M: Sinds oktober 2010
FS: En waar kom je
vandaan, want je klinkt Zuidelijk?
M: Uit Tilburg
Is dit nou
discriminatie of niet? Waarschijnlijk vind u van niet. Maar wat als de gast
Surinaamse roots had gehad en Spits had gezegd: waar kom je vandaan, want je
klinkt Surinaams?
Even los van de paar gekken die
oprecht menen dat het ene ras verheven is boven het andere, denk ik dat de meeste
mensen mild racistisch zijn. Overigens ook mensen die zelf het slachtoffer van discriminatie
zijn.
Ik geloof dat we beter kunnen
accepteren dat dat zo is.
Het gevaar van te fanatiek
streven naar een wereld zonder discriminatie is dat er een onleefbare
samenleving ontstaat; een soort discriminatiepolitie; racismerazzia’s.
Ik ben in theorie voor radicale gelijkwaardigheid, maar in
praktijk voor milde diversiteit.
Abonneren op:
Posts (Atom)